130 1912 schatters met 40000 schattingen in onbekend terrein gemid deld een fout van 20 °/0 gemaakt werd; terwijl volgens den generaal Le Joindre (Tirs de combat individuels et collectifs) de gemiddelde fout ook bij goede schatters (officieren) 25 en bij minder geoe- fenden (officieren, kader en intelligente minderen) 50 °/0 bedraagt. Neemt men nu een fout aan van I2V2 °/o dan is op 800 M. de waarschijnlijke schattingsfout 100 M. en ligt de helft dei- middelste trefpunten tusschen 700 en 900 M. Op een verticaal schijfbeeld komt dit overeen met eene gemiddelde hoogtesprei ding, welke gelijk is aan het product van de gemiddelde leng tespreiding en de tangens van den invalshoek, dus op 800 M 200 tangens 1° 58' 6,85 M. (Duitsche geweer). Daar de ge middelde hoogtespreiding bij het gevechtsschieten volgens den generaal 1,6 M. bedraagt op 800 M., blijkt dat die spreiding zeer gering is in vergelijking met de spreiding als gevolg van minder goed afstanden schatten. De gemiddelde hoogtespreiding waar heide fouten voorkomen is 7,03 M. (2) (wet van Didion). Terwijl bij het gebruik van een juist vizier op 800 M. bij het gevechtsschieten tegen een 1,7 M. hoog doel 53 °/0 treffers te verwachten zijn, krijgt men door een schattingsfout van 100 M. slechts 13 of 1/4 van het te verwachten aantal treffers. Evenzoo krijgt men op 1000 M. slechts x/s van het aantal te verwachten treffers door den afstand 121/2 °/0 fout te schatten. Of de schutters iets beter of slechter schieten heeft bij der gelijke schattingsfouten zoo goed als geen beteekenis. Had het geweer geen spreiding en schoten de schutters zonder spreiding, dan zou het °/0 treffers op 800 M. 13 zijn op een 1,7 M. hooge schijf bij een schattingsfout van 12^2 °/0. Al ware nu de spreiding van den schutter het dubbele van de werkelijke speiding, dus 3,2 M inplaats van 1,6 M., dan zou de spreiding bij I2V2 schat tingsfout worden 7,56 (wet van Didion), waarbij op 12 °/0 treffers gerekend kan worden. Het verschil is dus niet van belang. Hieruit volgt, dat de uitwerking bij het gevechtsschieten op middelbare en nog meer op groote afstanden veel meer afhan kelijk is van de fouten in het schatten van den afstand dan van de fouten in het richten en afkomen van den schutter. Eene betere vuuruitwerking moet daarom in de eerste plaats (2) 1/ 6,852 -+-1,62.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1902 | | pagina 160