134
afstand van 250 M. te leeren kennen in zooveel mogelijk ver
schillende terreinen en onder verschillende omstandigheden, zoo
dat vele indrukken van dien afstand verkregen worden. Deze
oefening moet zoowel geschieden op terreinen, welke geheel in
te zien zijn, als op die, waarbij dit slechts gedeeltelijk of niet
het geval is, en dan nog bij verschillende verlichting;
6e. vervolgens wordt hetzelfde gedaan met den afstand van
500 M. waarbij vooral de manschappen opmerkzaam moeten
worden gemaakt op het verschil in hetgeen zij waarnemen van
dezelfde doelen op beide afstanden;
7e. ten slotte wordt met alle manschappen nog geoefend op
den afstand van 750 M. terwijl alleen de goede schatters nog
geoefend worden op afstanden van 1000, 1250 en 1500 M.
8e. hebben de manschappen indrukken gekregen onder zoo veel
mogelijk verschillende omstandigheden van de afstanden van
250° M., 500 M. en 750 M., dan wordt geschat in onbekend terrein,
waarbij aanvankelijk beoefend wordt het bepalen van de grenzen,
waartusschen het doel ligt, bijv. tusschen 250 en 500 M., tus-
schen 500 en 750 M. enz.daarna het bepalen van de grens waar
het doel het dichtst bij gelegen is, dus bijv.: dichter bij 750
M. dan bij 500 M. Ten slotte moet het passende vizier aange
geven kunnen worden. Wordt het vizier gesteld, dan woidt steeds
op het doel aangelegd.
9e. als doelen worden gebezigd:
cl menschen met en zonder uitrusting in alle houdingen, stil
staand en bewegend, een enkel persoon en afdeelingen, nabij
terreinvoorwerpen en daarvan verwijderd, van ruiters te paai d
en naast het paard;
5. boomen, huizen, kampongranden e.d. aanvankelijk met, latei-
zonder menschen in de nabijheid;
10e. het onderricht bovenbedoeld punt 5 e. v. moet indi
vidueel geschieden in verband met den aanleg van den man. De
afstand waarop het doel zich werkelijk bevindt wordt altijd
genoemd en den man gezegd „het voorwerpgoed aan te zien
en te onthouden, wat hij er van waarneemt.
lle. op alle oefeningsterreinen en naast en langs wegen, waar
de troep dagelijks marcheert, moeten afstanden van 250 M.,
500 M, en 750 M. uitgezet en zichtbaar aangeduid worden.