136 zijn dat, hetwelk geheel bestrijkend is voor loopende doelen (doelhoogte 1,63 M); voor ons geweer is dit het vizier van 550 M. De verdediger biedt echter veel lagere doelen. Heeft hij tijd genoeg om zich in te graven dan zal hij doelen vormen van +}U M hoogte; waar dit niet mogelijk is en hij liggende uit de vrije hand vuurt vormt hij een doel van lj2 M hoogte. Een 1 M hoog doel wordt geboden bij het knielend ongedekt vuren. Rekening houdende met onze toestanden waarbij we tegen den inlandschen vijand steeds als aanvaller optreden, schijnt me noodig een laagste oorlogsvizier, dat bestrijkend is voor een doelhoogte van 2 M., dus voor liggende schutters vurend uit de vrije hand. Bij ons geweer is de baan van 350 M. geheel bestreken voor deze doelen. Rekenen we nu nog op eenige speling dan komt het me voor, dat wij het vizier van 300 M. als standvizier moeten aannemen 1). De eerstvolgende afstand waarvoor de klep geplaatst moet kunnen worden zou bestreken moeten zijn voor loopende doelen. Dit is voor ons geweer het geval met het vizier van 550 M., daar de grootste verheffing in de baan dan 1,5 M. bedraagt. Hemen we ook hierbij eenige speling dan vermeen ik dat het vizier van 500 M. 1), het meest aanbeveling verdient. Wat betreft de volgende vizieren moet rekening gehouden worden met het niet te loochenen feit, dat in het gevecht goede schatters fouten maken van zeker 25 °/0 of 1/4 van den afstand, gemiddeld dus 200 M., op afstanden van 600 1000 M., de in op volging hoogere vizieren zouden dus kunnen zijn 700 M. en 900 M. Om dezelfde reden kunnen we dan verder opklimmen met 300 M., dus vizieren van 1200 en 1500 M. Een hooger vizier schijnt me niet noodig daar onze terreinen zelden toelaten op groote afstanden te vuren. 1) De verheffingen van de baan van 300 M. zijn op afstanden van 25, 50, 75, 100, 125, 150, 175, 200, 225, 250, en 275 M. respectievelijk 9, 16, 22,27, 30 32,32,29,25, 19 en 11 c.M., terwijl de verheffingen in de baan van 500 M. op afstanden van 25, 50, 75 M., enz. bedragen respectievelijk 18, 35, 51, 65, 78, 89, 99, 106, 112, 115, 116, 115, 111, 105, 95, 83, 68, 49 en 26 c.M.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1902 | | pagina 166