137
Wolstaan zou dus kunnen worden met de volgende vizieren:
standvizier 300 M.
beweegbare vizieren van 500, 700, 900, 1200 en 1500 M., het vizier
van 500 M. moet ontstaan als het standvizier buiten werking-
wordt gesteld.
Dit laatste is echter een technische kwestie, die door mij niet
behandeld kan worden.
Hoe zij echter ook opgelost worde, duidelijk moet voor schut
ter en vuurleider het getal zichtbaar zijn, waarop het vizier gesteld
is. Nog zij opgemerkt, dat zulks bij het bestaande vizier ten eenen-
male onmogelijk is in het gevecht, moeilijk als het reeds is op het
:schietterrein.
Aangenomen mag zeker wel worden, dat de man het vizier
van 1500 M. en van 1200 M. stellen zal, vermoedelijk zelfs dat
van 900 M. Blijkt dan dat van velen niet meer gevergd kan
worden het vizier te verstellen, welnu men voere een commando
in, als bijv. „kleppen neer" en met één beweging kan de klep
op 500 M. gesteld worden. Met dat vizier zal het practisch
mogelijk blijken het gevecht door te voeren van 900 M. tot
~den stormaanval toe.
Duidelijk is het, dat het mechanisme der klep sterk en een
voudig moet zijn; valt het geweer op de klep, stoot de man
met de klep ergens tegen aan, steeds moet het vizier daardoor
op 500 M. komen te staan.
Men heeft dan mogelijk niet het beste vizier, maar een vizier,
dat treffers geven zal in verband met den automatischen aanslag.
Wat betreft het afgeven van het schot nadat het geweer in
■den aanslag is gebracht, over het algemeen is de tijd te lang, die
bij de schietoefeningen tusschen beiden verloopt, want niet zel
den moet de man het geweer eerst afzetten.
Dit is geen geveehtsschieten. Het is noodig dat de man leert
zijn geweer af te trekken onmiddellijk nadat de aanslag gecorri
geerd is, d. w. z. op het oogenblik dat de vizierlijn de richtlijn
<het mikpunt) ontmoet.
Door te leeren een nieuwen houder in den kortst mogelijken
tijd uit de tasch in het geweer te brengen, zonder haperen het
geweer te sluiten, automatisch horizontaal aan den schouder te