Voor mij is de weinige liefhebberij in de hier te lande afge nomen examens voor de militaire opleidingsscholen in Neder land wel degelijk een bewijs, dat de werkelijk Indische jonge lieden weinig lust betoonen in het officier worden. Dit strookt ook volkomen met de neigingen van de veelal in vrijheid gedres seerde koloniale spes patria, en gaat geheel accoord met het geen hier wel gehoord wordt: „Als mijn jongen dit of dat niet kan worden, zal ik hem in Godsnaam maar officier laten worden." Ook dit. is zeer goed te verklaren. De levensstan daard is hier over het algemeen veel hooger dan in Nederland,, gebrek wordt in de kringen, waaruit men zich de officieren gerecruteerd denkt, niet geleden, haast om het ouderlijk huis- te verlaten bestaat doorgaans niet. In het moederland is dit geheel anders, en velen zijn gedwongen door den financiëelen toestand der ouders een betrekking te kiezen, die zoo gauw- mogelijk een fatsoenlijk stuk brood geeft, al is de boter op dat brood ook gemarkeerd. Daarom is de toeloop voor Alkmaar zoo groot en voor de Militaire Academie maar heel gering. Dit feit had ook den geachten schrijver tot nadenken moeten stemmen. Ik aarzel niet hier te verklaren, dat ware in Nederland de al- gemeene welstand even groot als hier, het ondoenlijk zou blijken het Indische officierskorps ook maar eenigszins voltallig te houden. Als bewijs hoe de heer Bense ook in andere opzichten in strijd - met de practijk redeneert om zijn denkbeeld goed te praten, verwijs ik naar het door dien schrijver medegedeelde op blz. 834: onderaan en vraag ik hem af of het hem dan ontgaan is, dat sommige ouders hunne in Nederland opgeleide zoons naar Indië doen overkomen om hier aan de bedoelde toelatings-examens te- laten deelnemen, omdat hier de kansen zooveel beter zijn? Nu, ik kan de verzekering geven, dat dit gebeurt en met succes ook. De heer Bense is zeer optimistisch gestemd over de hier te lande beschikbare onderwijskrachten voor de door hem gepre- coniseerde opleidingsschool. Wil men echter kunnen beschikken over de krachten aan de Hoogere Burgerscholen werkzaam, dan zou die school in een heet strandklimaat moeten komen, wat wel eenige bezwaren heeft, terwijl men dan tevens er op voor bereid moet zijn dikwijls met incompleet personeel te werken, daar het geven van middelbaar onderwijs in deze gewesten zeer

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1902 | | pagina 184