160 -
hiermee zouden wij, wanneer wij althans aan de volgende cij
fers geen absolute beteekenis toekennen, voor het Ind. gew. M. 95
den regel kunnen stellen:
„Per graad Celsius verschil in temperatuur dan 26° C.,
minder
„neemt de dracht met 0.24 a 0.25 °/0.
b. Luchtdruk.
Het luchtgewicht bij 26° C., temperatuur, bij 759 mM. baro
meterhoogte en bij 22 mM. hygrometerstand is 1.16885 K.G.
Neemt de barometerhoogte 1 mM. af, dan is het luchtgewicht
1.16461 K.G., de luchtdichtheid 0.99867, zoodat 0.00138.
Berekend met de
tg«—tg o Ad
formule A xa =-^rx ^4- x x(l)
tg d
is de toename van de dracht:
van 200 M. 0.04863 M. of 0.0243 °'0
300 =0.09728 =0.0324
n 400 0.15537 =0.0388
500 =0.22008 =0.044
1000 0.59275 =0.0593
1500 1.0058 =0.067
2000 1.433 =0.0716
De procentgetallen loopen hier zeer uiteen, het is dus lastiger
een gemiddelde vast te stellen.
In het laagland heeft de barometer een vrij vasten stand en
daar de invloed van kleine barometerverschillen op de dracht
zeer gering is, kan correctie hier veilig achterwege blijven.
Naarmate men in hooger bergland komt, neemt de barome
terhoogte sterker af.
Daar echter hier de invloed van groote barometerverschillen
op de dracht eerst voor de groote afstanden merkbaar is, zouden
wij voor dit geval den regel willen stellen:
„Per mM. verschil in barometerhoogte minder dan 759 mM.
„neemt de dracht toe, voor afstanden van 1000 2000 M.
„met 0.06 a 0.07 °/0.
Op blz. 164 van het „Schot en de Yuuruitwerking van het
geweer en de karabijn M. 95" samengesteld door den kapitein J.
-rrj pp"T
O
(1) Yoor onze berekeningen namen wij voor tg o en tg de waarden, in bijlage
A der schootstafel opgegeven.