163
gemiddeld met 10° C. en van 12 u. v.m. tot zonsondeigang
gemiddeld met 15° C. is toegenomen (de thermometei wijst dan
36° C. of 97° F. resp. 41° C. of 106° F. aan) en houden wij teven»
rekening met het feit, dat boven den afstand van 1200 M. bij
de op de geweren aangebrachte vizierhoogten te groote drachten
behooren, zoo kunnen wij nagaan, welke regel voor de practijk
is vast te stellen.
Op blz. 41, noot 2, van het: „VoorloopigSchietvoorschrift
voor de Infanterie" 1899 vindt men:
„Bij een luchtgewicht van 1.16 K.G. per M3. behooren bij de
„op de geweren aangebrachte vizierhoogten, bij het gebruik van
„het vizier van
1300 - 1400 - 1500 - 1600 - 1700 - 1800 - 1900 - 2000 M.
drachten van:
1307 - 1414 - 1521 - 1628 - 1737 - 1845 - 1953 - 2060 M.
de toename van de temperatuur met 15° C. veroorzaakt een
toename van de dracht met 3.75 °/0 of:
48.75- 52.5-56.25- 60- 63.75- 67.5- 71.25- 75 M.
Totaal is de dracht dus te groot:
55.75 - 66.5 - 77.25 - 88 - 100.75 - 112.5 - 124.25 -135 M.
Op dezelfde wijze berekend voor een toename van de tem
peratuur met 10° C. is de dracht te groot:
voor 1500 - 1600 - 1700 - 1800 - 1900 - 2000 M.
58.5- 68-79.5- 90-100.5- 110 M.
Is de praemisse welke wij stellen juist (1) d. w. z. is, voor
het hoogland, de gemiddelde temperatuur tusschen 10 u. en 12:
u. v.m. 36° C. en van 12 u. tot 6 u. n.m. 41° C. dan hebben
wij voor de practijk den volgenden regel:
„Het vizier 100 M. lager stellen":
tusschen 10 u. en 12 u. v.m. voor afstanden van 1500-2000 M.
van 12 u. v.m. tot 6 u. n.m. 1300-2000 M..
Yoor bergterrein gaat deze regel niet op.
De Encyclopedie vermeldt dat de dagelijksche gang van de tem
peratuur voor de hoogere streken niet dezelfde is als boven het
laagland; de veranderingen in den loop der warmte gedurende
(lj Wij maken deze reserve, omdat ons geen nauwkeurige gegevens ten dienste staan.
De gemidd. temperaturen in de Encyclopedie lijken ons wat laag.