GESCHIKTHEID VAN AUSTRALISCHE PAARDEN VOOR TROEPENDIENST. In verband met de zeer uiteenloopende zienswijzen, welke in ons leger heerschen omtrent de bruikbaarheid der Australische paarden voor den troependienst, lijkt het ons niet van belang ontbloot hieronder het oordeel weer te geven van iemand, die in China gelegenheid had hieromtrent ervaring op te doen. Wij lezen namelijk in de jongste Meiaflevering der Revue über die gesammten Armeen und Flotten in het opstel getiteld: „Vier Tage der Selbststandigen Kavallerie bei der deutschen- Espedition des Oberstleutnant Pavel" onder andere het volgende „Reeds vroeger werd in dit tijdschrift gewaagd over de uit nemende wijze, waarop de Australische paarden zich hebben doen kennen; dit peloton bestond namelijk, met uitzondering der handpo- nies, welke dikwijls achterbleven, geheel uit Australische paarden. Deze klauterden als geiten tegen de naakte rotsen; de kern achtige staalharde hoef behoedde hen in weerwil van den har den, scherpen bodem en de rolsteenlagen tegen hoefverlammin- gendank zij hun volhardingsvermogen gaven zij geen enkelen keer blijken van vermoeidheid of slapheid en dat niettegen staande een rit, welke, uitgezonderd den eersten dag, waarop wij door sneeuw marcheerden, voortdurend door het gebergte voerde en waarbij, voor zoover het mogelijk is op de niet zeer nauwkeurige kaart den afstand te bepalen, ongeveer 210 K.M. werd afgelegd Dank zij de wijze, waarop zij getraind waren geworden, konden zij het, waar noodig, zonder haver stellen, en zij schik ten zich uitstekend naar het voedsel, dat de streek opleverde, namelijk gierststroo en dikwijls slechts mais en zwarte boonen, welk een en ander gelukkig overal in het gebergte aanwezig was. Daarbij zijn zij verstandig en hebben, zelfs zonder bepaalde dressuur, vertrouwen in den ruiterweigeringen bij zijwegen of

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1902 | | pagina 200