171
'hindernissen komen nagenoeg nooit voor; waar de ruiter hen
ook heen voert, klauterend en springend overwinnen zij alle
moeilijkheden, zij gaan even gewillig door heischitterend bruisend
water als over donkere onbekende dieptenzij loopen handig en
voorzichtig over het ijs, gaan voorzichtig als muildieren over
smalle paden langs steile rotswanden. Zij blijven zelfs in het
gevaar, volgende op een misstap, rustig en gewillig.
De wegen waren dikwijls gevaarlijk, in ieder geval zoo moeilijk,
dat ieder der aan den tocht deelnemende officieren, als hij op
zijne beurt aan de spits reed, hetzij te paard, hetzij met dit aan
de hand, herhaalde malen gevallen is.
Zoo viel de le luitenant- K. op dezen eersten tocht naar
Yang-Tien-Pau, toen het pad bij een zeer nauwe passage over
een rots leidde, die over de snelstroomende Peiho uitstak en
half met ijs van deze rivier bedekt was. Het paard kon zich
op de rots niet staande houden, ofschoon dadelijk beproefd werd
dekens onder de hoeven te schuiven; zelfs de manschappen
gleden haast in de Peihoen zoo gleed dan het arme dier tot
aan den rand der rots en stortte neer in den stroom. Wie
echter van deze gebeurtenis getuige geweest is, heeft de tegen
woordigheid van geest en de kalmte van het dier bewonderd.
Doordat twee heeren naar den anderen oever reden, werd het
dier weder opgevangen; het bleek er met lichte schavingen te
zijn afgekomen. Binnen enkele minuten waren paarden, leder
werk en tuig der heeren, die door de Peiho waren gereden, met
-eene ijslaag bedekt, wel een bewijs dus van de hevige koude.
Onze aanhaling uit de Int. Revue hiermede besluitende, voegen
wij er nog slechts aan toe, dat ons uit eigen aanschouwing
in Atjeh (waar enkele officieren Australische ponies bereden)
bleek, dat ook in ons klimaat het Australische paard niet alleen
niet voor de Sandelwood behoeft onder te doen, maar het zelfs
van dezen wint, waar het op „Ausdauer" aankomt 1).
J. d'A.
1Hoewel wij deze aanhaling van onzen geachten medewerker belangrijk genoeg oordeelen
om haar over te nemen, zij er toch dadelijk op gewezen, dat het opstel in de Int. Revue
over paarden spreekt en dat wij ons met ponies zullen moeten remonteeren. De toekomst
jz.d\ moeten leeren of daarvan een voldoend aantal werkelijk goede exemplaren verkregen
;zal kunnen worden. Redactie.