178
Zeer bijzonder trof ons in het artikel van den heer van Deventer het
volgende gedeelte, dat wij zoo volkomen onderschrijven. „Nu is het mijn
„vaste overtuiging, dat al is men nog zoo bekwaam, men, om een goed
„examina!or te zijn, het vak mnet hebben gedoceerd en liefst meer dan
„één jaar. Goed doceeren is een kunst, maar goed examineren nog grooter.
„Ik voor mij zou dan ook nooit als eerste examinator in een vak willen
„optreden, dat ik niet gedoceerd had, al heeft de wet mij volkomen be-
„voegd verklaard om er les in te geven.
„Men is dan natuurlijk verplicht voor dat examen dat vak weder eens
„te gaan bestudeeren, d.w.z. men gaat zich eigenlijk voor het examen
„prepareerenmaar een examinator die van te voren na moet kijken wat
„hij vragen zal, is uit den booze.
„Controleeren, als tweede examinator, of de antwoorden goed of fout
„zijn, dat is mogelijk, al heeft men het vak nooit gedoceerd, mits men het
„indertijd grondig heeft bestudeerd. Maar als de eerste examinator eens
„plotseling verhinderd is, hoe dan?"
Van deze zoo ware woorden zijn de militaire autoriteiten en zij, die
medewerkten aan de tot stand koming onzer militaire voorschriften verre
van overtuigd. Nog steeds worden militaire examens afgenomen door
onbevoegden althans minder bevoegden en dat, waar daartoe geen
bepaalde noodzakelijkheid bestaat. Die noodzakelijkheid bestaat bijv. bij
het toelatingsexamen voor de Hoogere Krijgsschool voor zoover het de
militaire vakken betreft, waar men natuurlijk niet beter kan doen dan
als examinatoren te kiezen de best onderlegde officieren in garnizoen te
Batavia, doch zij bestaat waar men over de leeraars van het Gymna
sium Willem III zou kunnen beschikken niet voor de moderne talen.
De eene officier-examinator moge hier iets minder ongeschikt wezen
dan den ander, ongeschikt voor hun taak als examinator zijn zij allen,
al zijn ze toevallig ook vrij goed t'huis in de taal, waarin zij zullen
examineeren.
Zou men dit jaar de examinatoren in het Maleisch ook kiezen uit
de officieren, die uit anderen hoofde te zamen de examencommissie vor
men of zou men het verkeerde hiervan inzien en tijdig het noodige
verrichten of voorstellen om daartoe werkelijkvakkundige personen te
benoemen
C. T.