181 Het stukslaan geschiedt met de bijl. Men zie b.v. eens in de kazer nes, hoe men het daar zonder vleeschblok doet. Yoor de vleeschmolens dienen m.i. echter een paar reservemesjes in de hospitaalmagazijnen in voorraad te zijn, daar het wel gebeurt dat die mesjes breken. Adam. Verheffing van het zedelijk peil. Nu in den laatsten tijd weder zooveel wordt geschreven over verhef fing van het zedelijkheidsgevoel bij den soldaat, lijkt het mij niet ondienstig te wijzen op eenige eenvoudige maatregelen, die misschien zij het dan in geringe mate daartoe kunnen bijdragen en die in allen geval het voordeel hebben van practisch onmiddellijk uitvoerbaar te zijn. Ten eerste. Voortaan worde niet meer dadelijk bij aankomst uit Neder land het geheele bedrag den man voor scheepssoldij aankomende in ééns uitbetaald. Van dit geld profiteeren voornamelijk de oude soldaten bij de subsistentenkaders. De pas aangekomenen raken er door „op straat", in de provoost of in het hospitaal 'n slecht begin voor jonge recruten. Deze acht a tien gulden moeten dus eerst uitbetaald worden bij de depot-bataljons, nadat de compagniescommandant den recruten vooraf ern stig in overweging heeft aegeven minstens een gedeelte er van te storten in het spaarfonds, terwijl die chef alsdan zelf al het noodige daartoe verricht. Zulk een eerste flinke storting bij aankomst in Indië kan de neiging opwekken met sparen door te gaan. Ten tweede. Bij de depot-bataljons worden voortaan geen manschappen meer ingedeeld afkomstig van de strafgevangenis te Tjimahi. Bij het le depot-bataljon zijn thans 18'uit de gevangenis ontslagen Europeanen, waarvan 9 weder in de 2e klasse van Militaire Discipline zijn geplaatst en van deze laatsten weer 4 voor den krijgsraad zijn, en 11 inlanders, waarvan 2 in de 2e klasse zijn geplaatst en 1 voor den krijgsraad is. Deze militairen oefenen een verderfelijken invloed uit op de jonge soldaten. Zij dienen verspreid te worden over de garnizoens- en veld- bataljons. Zoolang zij de exercitiën der anderen niet kunnen volgen wat echter spoedig genoeg het geval is moeten zij geoefend worden op uren buiten hunne gewone diensten. Ook het kader en de oude manschappen, die bij de depot-bataljons worden geplaatst, dienen van goed gedrag te zijn, hetgeen nu bij velen niet het geval is en zulks in strijd met het bepaalde bij A. O. No. 20 van 1899 art8. 3 en 7. O. a. zijn bij het le depot-bataljon 2 oude man schappen inlanders die gevangenisstraf hebben ondergaan.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1902 | | pagina 211