187 op bl. 82 geleverdwant, hoe men ook de personen met elkaar vergelijkt, het staat vast, dat, als een goed vredesschutter onder gelijke omstandigheden verkeert en gelijken indruk van het ern stige gevecht ondervindt als een slecht vredesschutter, de uitkom sten van zijn vuur in het gevecht beter moeten zijn dan die van -den slechteren schutter. Ik hoop, dat deze enkele woorden voldoende zullen zijn om de lezers er toe te brengen de zaak ook van een ander standpunt te beschouwen en dat voortdurend met kracht zal worden doorge werkt aan het opleiden van juistheidssch utters en goede schat ters; last not least, dat van verminking van ons mooi geweer vooralsnog geen sprake zal zijn, want eene kriegsmaszige in richting van het vizier voor den mechanischen aanslag, als hier bedoeld, bl. 79, zou ons, bij onbetwiste noodzakelijkheid van het afgeven van juistheidsschoten, bijv. tot tegengaan van eene voorzichtig uitgevoerde verkenning van den vijand, allicht in â– verlegenheid kunnen brengen. S.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1902 | | pagina 217