HET PROSTITUTIE-VRAAGSTIIK IN HET INDISCHE LEGER. Wij vleien ons niet in de volgende regels dit vraagstuk tot oplossing te brengen. Overal vertoont zich het monster der ontucht en grijpt als met poliepenarmen om zich heen. Zelfs in het Westen, niet het minst in Europa met zijne meerdere algemeene beschaving en intellectueele ontwikkeling, breidt zich de prostitutie uit. Tal van wetenschappelijke mannen op me disch, staatkundig en theologisch gebied hebben zich daar tot den strijd aangegord, en een gansche bibliotheek is er te vormen van hunne werken, die over de prostitutie, hare aanleiding en hare gevolgen handelen. Toch blijft bij al die voorlichting het gevaar voor de maatschappij onverminderd bestaan, en geen verwon dering zal het dus wekken, wanneer ook wij onze onmacht reeds bij voorbaat bekennen. Maar, al zijn we overtuigd van het onmogelijke omalgeheele genezing aan te brengen, wij achten het toch onverantwoordelijk om het kwaad ongestoord te laten voortwoekeren. Kegeerings- personen, legerautoriteiten, officieren en verder degenen, die, om welke redenen dan ook, de moraliteit in het leger te handhaven of te bevorderen hebben, zij allen zullen zich ten plicht moeten stellen de beschikbare middelen aan te wenden, die kunnen die nen de ontucht, zij het dan al niet uit te roeien, dan toch te beperken. Want, het moet hier reeds dadelijk worden gezegd, het gevaar in het leger is groot. Wij mogen ons met het denk beeld sussen, dat de prostitutie evenzeer andere koloniale legers met name het Britsche bedreigt, het blijft toch maar al te waai, dat voor het werkelijk heelen van eigen wonden, het zich troosten met die van anderen, al bitter weinig helpt. Dat we niet overdrijven moge blijken uit de direct waarneem bare gevolgen der prostitutie, n.l. de vrouwenziekten. Hoeda nig deze het leger teisterden in b.v. het onlangs verloopen tien jarig tijdvak, kan onderstaande staat doen zien

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1902 | | pagina 218