190 wettigdzijn door de Regeering of door anderen reeds maatregelen' genomen om aan dezen treurigen toestand een einde te maken Of, kan men hier al niet van maatregelen spreken, dan, welke pogingen stelt men in het werk om daadwerkelijk op te treden Of, indien ook hiervan niet kan worden gewaagd, welke plannen koestert men om tot verbetering te geraken? Ziedaar onze vraag naar het meest onbeduidende van den eisch geformuleerd, en toch, een negatief antwoord moet op alles volgen. Wij weten wel, dat er vereenigingen bestaan, die met prijzenswaardigen ijver de zedelijkheid in het leger willen be vorderen, maar ook weten wij, dat zij bitter weinig succes hebben. Zeker, gaarne brengen wij hulde aan al die corporaties, die ten minste den moed toonen den reuzenvijand der ontucht het hoofd te bieden. Men houde het ons echter ten goede, wanneer wij meenen, dat de door haar gebezigde wapens grootendeels- verouderd zijn en ook, dat zij dikwijls verkeerde aanvalspunten, kiezen. En verder weten wij, dat ook de Regeering niet geheel stil zit. Echter, wat baten ons circulaires met de telkens her haalde aanmaning tot plicht-doen, wanneer daarbij niet de mid delen gevoegd worden om aan het uitgedrukte verlangen te kunnen voldoen Wij meenen, dat de gezaghebbenden in onze- koloniën eene dergelijke bloote aanmaning niet behoevenwaarom dan telkens die aanmoediging, die eigenlijk niets anders toont dan dat het der Regeering zelf aan moed ontbreekt? Hier vermeenen we tot „des Pudels Kern" te zijn doorge drongen. Wil men de prostitutie bestrijden, dan moet men haar onder de oogen durven zien. Ziedaar wel de eerste eisch, die- men mag stellen, en toch geeft de Regeering blijk, laadt zij in. elk geval de verdenking op zich, dat zij de grootte van het pros- titutie-gevaar niet wil of durft zien. Waarop deze verdenking berust, hopen we, dat in het hierna;, volgende duidelijk zal worden. X In Indië, evenals in vele gemeenten van het moederland, treedt, de prostitutie in twee hoofdvormen op, en wel clandestien en gereglementeerd. De tot de eerste soort behoorende prostituees, staan, zoolang zij niet de algemeene voorschriften betreffende

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1902 | | pagina 220