205 Bij eene vergelijking van eenige wel- en niet- gereglementeerde garnizoenen onderling, blijkt ons ook niet, dat de eerstgenoem de in het voordeel zijn. Neemt men eenige plaatsen met en .zonder verordening, doch overigens van ongeveer gelijke grootte -en met gelijke verleidingsmiddelen, dan ziet men, dat aan vrou wenziekten lijdende waren: in 's Hertogenbosch met reglementeering gemidd. 12.2 pCt Utrecht zonder 7.2 pCt.l Hoorn met 8.6 pCt.j Naarden zonder 6 pCt.) Kampen met 2.8 pCt.l Schoonhoven zonder l.l pCt.j enz. Aan deze gegevens, die over een willekeurig tiental jaren (1877 1 «86) genomen zijn, willen we geen te groote betee- kenis toekennen, en ze in elk geval niet gebruiken als maat staf voor het zedelijk gehalte der hiergenoemde steden. Wij gaven de cijfers alleen om te doen zien, dat men op grond van de bewering, dat hierdoor de syphilis en venerische ziek ten zouden verminderen, de reglementeering niet in bescher ming mag nemen. Dat overigens ten aanzien hiervan nog wel oppervlakkig geoordeeld wordt, kan blijken uit het volgende. In het Militair Geneeskundig Archief" jaargang 1890 komt een korte mededeeling voor, betreffende het onderzoek door Dr. Com- menge gedurende de jaren 1878—1887 te Parijs gehouden. Deze geneesheer bevond in genoemd decennium: bij 305799 onderzoekingen van publieke vrouwen (en maison ou en carte) aan syphilis lijdend 3,12%o andere ziekten 3,06°/oo lEn bij 27041 onderzoekingen van clandestiene prostituees aan syphilis lijdend 166°/00 andere ziekten 134°, 00. Naar aanleiding van deze cijfers is men geneigd te meenen, dat De voorstanders der reglementoering (waaronder prof. Overbeek de Meijer) hebben de conclusies, waartoe Dr. Mounier kwam, willen te niet doen met de bewering, dat zijne gegevens niet deugden. "Vroeger echter gebruikten zij dezelfde cijfers maar volgens Mounier verkeerd gegroepeerd, om er het nut van de reglementeering mede aan te toonen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1902 | | pagina 235