206 de kans van besmetting bij publieke vrouwen ongeveer 50 maal kleiner is dan die bij clandestiene prostituees. Ook de schrijver in het „Mil. Geneeskundig Archief' komt tot die meening. Be denkt men echter, dat het bovenstaande onderzoek liep over een zeker aantal gezonde, zoowel als zieke publieke vrouwen, en bij de clandestiene slechts over de gearresteerden, dus over de als ziek verdachten alsdan verkrijgen bovenstaande getallen een geheel andere beteekenis. Aannemende, dat er te Parijs 30000 clandestiene prostituees zijn, (men schat het op 30000 tot 100000), komt Yseux, eveneens een Parijsch geneesheer, tot geheel andere resultaten, die in plaats van de meerdere juist de veel mindere kans van besmetting door clandestiene prostitutie bewijzen. 1) De omstandigheid, dat in de laatste jaren de reglementeering hier en daar werd opgeheven, stemt eveneens tot nadenken. Zoo ging men hiertoe over: in de Transvaalsche Republiek en in Harderwijk in 1897, te Zwolle in 1900, te Arnhem en Dordrecht nu onlangs, terwijl in Rotterdam en den Haag op 't oogenblik de strijd voor de opheffing in vollen gang is. De wijze, waarop in Hongkong de reglementeering werd ingevoerd en weder afge schaft, verdient hier nadere vermelding. In 1841 in Engelsoh bezit gekomen, oordeelde men in 1857, dat een verordening op de prostitutie noodzakelijk was, en bij een „Act of Prevention" werden bordeelen gewettigd, vrouwen ge dwongen zich te laten keuren, enz. In 1867, tien jaar later, kwam men tot de ondervinding, dat het aantal zieken veel grooter was dan vóór de invoering van het systeem. Dit had ten ge volge, dat de maatregelen verscherpt werden, en men o.a. de po litie nog uitgebreider macht gaf, door haar het recht te geven tot huiszoeking, zoodra clandestiene prostitutie kon worden vermoed. Gedurende de tien jaren, die nu volgden, werd de toestand onhoudbaar. Knevelarij en omkooperij van de zijde der politie was aan de orde van den dag. Zelfs werden onschuldige meisjes als clandestiene prostituees aangegeven en gestraft. Een commissie van enquête kon niet uitblijven, en in 1879 rapporteer de deze le dat de Acts niets hadden bijgedragen tot vermindering der clandestiene prostitutie en niet in 't minst een waarborg voor de publieke gezondheid opleverden2e dat de prostitutie in bor- 1) Voor een veidere statistiek zie Louis Fiaux a. w. blz. 318322.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1902 | | pagina 236