210 vene van onze Europeesche fuseliers, men moet blind zijn om al niet dadelijk bij het licht van deze cijfers op te merken, dat behalve de meerdere huwelijken onder de inlandsche militairen, hoofdzakelijk de omstandigheid, dat het aantal concubines onder hen veel grooter is dan onder hunne Europeesche kameraden, hiervan in de eerste plaats de oorzaak is. Verder is het alco holisme en het minder goed den weg vinden in de kampongs, waardoor de Europeesche soldaat er toe komt meer dan de in landsche de kazernebuurten en de borcleelen te bezoeken, de reden, waarom gene meer dan deze besmet raakt. In de Britsche kolo niën, waar voor den Europeeschen soldaat het concubinaat niet bestaat, is de verhouding van het aantal venerisch-zieken nog veel ongunstiger, en wel gemiddeldEuropeanen 44.3 °/0 en in landers 3.5°/0. Niet genoeg kan men dit dan ook voor oogen stellen, vóór men er zich toe gaat zetten onze instelling van het concubinaat op te heffen, maar wel neme men in aanmer king, dat, zoodra het huishoudster-stelsel verboden wordt, de noodzakelijkheid der reglementeering des te gemakkelijker kan worden betoogd. Wij meenen hiermede ons vooropgezet oordeel over de re glementeering in Indië, n.l. dat dit is een nutteloos transigeer en,- voldoende te hebben gemotiveerd. Thans rest ons nog de on aangename taak, de werking van het systeem speciaal in ver band met de huidige militaire toestanden na te gaan. Wij noemen die taak onaangenaam, omdat we bij iedere schrede, die we doen, ons omringd zien door het meest dikke vuil, dat bestaat. De buurten, waarin door het Gewestelijk bestuur de publieke huizen getolereerd worden, zijn uit den aard der zaak al geen boulevards, maar de sloppen en stegen, waar de bordeelen gelegen zijn, die, omdat ze met weinig geld in den zak bezocht kunnen worden, voor den soldaat open staan, zijn meer dan gevaarlijke pestholen. De walm van onreine ziekten hangt hier in de lucht. Dit is geen verwijt aan het civiel bestuur. Waar men de plaats dier bordeelen ook kiest, overal brengen deze hun atmosfeer van besmetting mede, en zelfs de fatsoenlijkste wijk zouden ze spoedig infecteeren. De houder van een publiek huis, waarin soldaten worden toe gelaten, is een inlander, die gewetenloos, onverschillig, en uitslui-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1902 | | pagina 240