215
Ier af te geven. Duidelijk is het, dat dit twee verschillende
oefeningen onrvat n.l. in de eerste plaats het beperken der hoogte
spreiding, daarna het verhoogen der vuursnelheid.
Daar het aanbeveling verdient den man al dadelijk op oorlogs
doelen te doen vuren, anderzijds echter hooge en breede doelen
noodig zijn om alle schoten op te vangen, zoo is de strookschijf
hier op hare plaats, d.i. een schijf eenige malen hooger dan de
hoogte van het doel, waarop gevuurd wordt en zoo breed, dat
in die richting onmogelijk misschoten verkregen kunnen worden.
Op deze schijf wordt, met een andere kleur dan zij zelf heeft,
een strook aangebracht van de hoogte van het doel, waarop
gevuurd wordt, terwijl de omtrekken der doelen daarin aange
bracht worden op afstanden van elkaar als in een tirailleurlinie,
bijv. één figuur op de twee pas.
Waar nu oorlogsdoelen zijn: loopende en knielend vurende
■tirailleurs, benevens schutters, die liggend uit de vrije hand
vuren, en ook opgesteld achter dekkingen, zoo moeten bedoelde
strooken respectievelijk 1,63 M. 1 M. 0,48 M., en 0,25 M. hoog
zijn (zie op Plaat II de figuren 1 en 2, de schijven gemerkt a).
Waar de ondervinding leert, dat er meer te hoog dan te laag
geschoten wordt, verdient het aanbeveling boven de strook
meer schijfruimte te laten dan daaronder, zooals uit de figuur blijkt.
Daar een laag schot nog dienst kan doen door ricochetwer-
king en dus vooral het fatale te hoog schieten zooveel doen
lijk tegengegaan moet worden, dient de waarde van eentieffer
onder de figuurstrook hooger te worden gesteld dan van een
treffer daarboven, zooals op de figuur is aangegeven met de
cijfers O, 1 en 2. (of 1, 2 en 3).
Om den man in de gelegenheid te stellen vergelijkingen te
maken tusschen de achtereenvolgens verkregen resultaten, is
het noodig, dat deze op aanschouwelijke wijze worden aange-
teekend, bijv op de volgende manier. Elk man ontvangt een
schietboekje, waarin op schaal de schijven zijn aangebracht;
op deze schijven worden de treffers zoo nauwkeurig mogelijk
met een aangeteekend.
Om dit in verband met het beoogde doel zoo juist mogelijk
te kunnen doen is de schijf, boven en beneden de figuurstrook
in gelijke deelen verdeeld, gemerkt A. B. C enz. Wordt nu