1 219 alleen een opgave volgen van de oefeningen, die met alle schut ters bij het schoolschieten 1) gehouden dienen te worden. i 2 en 3 4, 5, 6 7, 8, 9 150 300 500 2a 3a 4a naar keuze opgelegd. Hgelnd vrÜe hand knielend j (volgorde naar keuze.) als boven, als boven. ii 10—12 13—15 16—18 150 300 500 la 2a 3a als boven. in 19—20 21—22 23-24 150 300 500 2b 3b 4b 1 als 2 en 3 boven. l IV 25—26 27—28 29—30 150 300 500 lb 2b 3b als III. V VI 31/36 als serie III op ballon-, val-, of asphaltschijven. 37/42 als serie IV op ballon-, val-, of asphaltschijven. Bij de oefeningen in serie I en II dient de man 10 patronen ter beschikking te hebben, waarvan hij er hoogstens 4 gebruikt tot bepaling van het G. T. en hoogstens 6 voor de oefening. rerie. Oefening. Afstand. Schijf. HOUDING. 1De eenige practische richtmethode is die met „gestreken korrel". Bij de bestaande vizierinrichting is het echter moeilijk na te gaan of men gestreken korrel heeft, daar de 'breedte van het hoogste gedeelte van den korrel te gering is in verband met de boven wijdte der vizierkeep. Aan te bevelen ware het daarom de achter- bovenbreedte van den vizierkorrel grooter te maken en de bovenbreedte van de vizierkeep zoodanig, dat die bovenbreedte ongeveer gevuld werd door den achter-bovenkant der korrel. Wanr in het gevecht het gezichtsvermogen van den man zeer abnormaal zal zijn, dient alles gedaan te worden om de schietverrichtingen eenvoudig te maken en is dit een mid del daartoe, waardoor dan tevens verkregen zal worden dat door het gelijkmatiger nemen Tan den gestreken korrel, de hoogte (lengte) spreiding der schoten geringer zal worden, wat het doel is.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1902 | | pagina 249