221 liever over het „Aanhangsel", dat ons schietvoorschrift van 1888 sierde en dat aan het tegenwoordige helaas ontbreekt. Yelen van degenen, die zich met mij dat Aanhangsel herinneren, zul len willen constateeren, dat het voor ons troepenofficieren groote waarde had. Het moge al niet volmaakt geweest zijn, het be vatte een schat van gegevens en, dit in de eerste plaats, het had practisch nut. Zeer betreur ik het dan ook, en velen waar schijnlijk met mij, dat nu niet meer over een dergelijk aanhang sel beschikt wordt, waarin de positieve resultaten van de schiet oefeningen in cijfers zijn neergelegd, en waaraan een troepen officier te velde een houvast heeft. Om den lezers een denkbeeld te geven van de waarde van een dergelijk aanhangsel, laat ik hier volgen het „Aanhangsel" van het Italiaansche schietvoor schrift 1), vermoedelijk het beste, wat op dit oogenblik bestaat. Men vindt daarin vermeld 2), naar aanleiding van genomen proeven a. Bij gebruik van het juiste vizier verhouden zich de per centen treffers van goedemiddelmatige en slechte schutters als 6: 5: 3. Is echter het vizier 100 M. te ver of te kort genomen, dan wordt die verhouding ongeveer als 1: 1: 1. De percenten treffers van dezelfde afdeeling bij vuren in staan de, knielende en liggende houding verhouden zich op de kleine afstanden als 12: 13: 11; op de middelbare afstanden wordt die verhouding als 7:7:6 terwijl die op de groote afstanden wordt als 111 Hieruit zou dus volgen dat de knielende houding de beste, de liggende de slechtste is. b. Langzaam afgegeven salvovuur geeft dezelfde resultaten 1) Dit schietvoorschrift bij decreet van 24 Maart 1898 ingevoerd (voor het geweer van 6m.M.) bestaat uit 2 deeltjes; het tweede deeltje is uitsluitend voor officieren be stemd en heeft dus klaarblijkelijk de bedoeling om te doen uitkomen, dat het onderricht der minderen uitsluitend practisch moet geschieden en, dat het bepaald noodig wordt, dat de officier bekend is met de voornaamste theoretische beginselen der moderne sehietoplei ding en de resultaten bij tactische schietoefeningen verkregen. Het voor tactici van groot belang zijnde 2e deeltje bevat, behalve de scjiootstafel en een tabel, aangevende het indringingsvermogen van het projectiel, gegevens omtrent bet geveehtsschieten, waarop de studiën van generaal Rohne blijkbaar van invloed zijn geweest. 2) Zie oderne Schiess-Ausbildung" Minarelle-Fitz-Gerald.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1902 | | pagina 251