225
w
so
y maal zoo groot is als op
staande infanterie.
Heeft men een schijf wand,
die niet onafgebroken is [tirail-
leuriinie], dan is met behulp
van de tabel ook daarop de
trefkans te berekenen.
Men zoekt daartoe eerst de
verhouding tusschen de geza
menlijke oppervlakte der al
leen staande figuren en de op
pervlakte van den rechthoek,
die om de figuren getrokken
kan worden [x].
Neemt men aan, dat de af
standen tusschen de figuren
gelijk zijn, dan is bovenstaan
de verhouding juist gelijk aan
die, welke bestaat tusschen de
oppervlakte van een figuur
(5) en de oppervlakte van
een rechthoek [S], waarvan de
hoogte is die van een figuur
en de breedte, de afstand tus
schen de rechterzijden van
twee naast elkander staande
figuren.
Zij Xj de trefkans op een
enkele figuur, dan is Xj
Stelt men voor x de waar-
XS
A
de W rr (zie boven) dan is
l.oo
X' W L65X3T'
Men verkrijgt de trefkans
op een tirailleurlinie met wil
lekeurige, maar gelijke afstan-
Cm
O
fl
S
lA
t-
A»
0 5
N
"m
250
1.3
eS
08
E.
225
2.9
0.7
b£
200
5.3
co
0.8
O
A
u
175
9 4
3.5
t-
0.2
'oSl
,14.9
6.8
3.9
8'0
0.4
tO
O
cS
125
21.8
11.7
7.6
A3
0.4
4
E
O
O
29.7
17.9!
12.9
X
t-
e
1
75
36 8
24.6
19.2
9.3
3.7
2.5
NT TREFFERS
E
lA
CA
CA
30.9
25.4
lA
3.6
e
25
48.6
35.8
30.2
19.9
10.5
4.4
doel.
51.9
38.4
32.6
22.2
12.
t—
25 M.
53.4
CO
CO
CA
32.4
21
109
4.5
O
n
cn
50
53.5
37
29.8
17.1
CO
3.9
tó
cS
25
E.
bX)
E
O
E
52.4
33.8
25.7
12.2
4.5
CA
Q
t-q
W
Q
50.8
29.6
A3
7.6
A3
A3
IA
A3
48.7
25 3
16.4
4.2
0.8
1.3
Q
S3
W
O
Sm
lA
46.9
21.3
12.3
2.2
0.4
0.7
c
nS
a
_cs
fcn
175
45.5
17.6
Oi
0.3
200
4.5
14.5
6.4
0.2
cS
C
bo
E
225
45.8
12.3
4.7
250
4.8,
10.2
3.3
275
5.2
8.6
2.3
O.
c
O
CA
59.9
7.5
CD
m
m
A3
CA
72.2
6.8
A3
350
8.8
6.5
0.9
.5
iA
CA
89.8
CA
t-
100
7.3
9 0
*S.I9}9J£
UI
puejsjy
O
lA
T
009
001
enz.
1000
N
C
1500
enz.i
2000 j
g
TT, A. S T
