242
meer verdampen. Onder het hemd vormen zich druppels, het
zweet vloeit af, de stof kleeft hier en daar vast en spant, hindert
de bewegingen.
Daar de geringe hygroscopische wateropneming bij het begin
van het transpireeren het warmtegeleidingsvermogen van het
weefsel slechts voor korten tijd en maar weinig verhoogt, d&
dunne stoflaag reeds bij weinig zweetafscheiding tot minimale
watercapaciteit verzadigd is, door de capillariteit het water zich
over de geheele stoflaag verbreidt, de stof aankleeft en de lucht
tusschen de stof en de huid verdwenen is, zoo is een zeer
plotselinge overgang van een matig tot een zeer groot warmte
verlies daarvan het gevolg, wat een zeer onaangenaam koude
gevoel veroorzaakt.
Om dit koude-gevoel te verminderen of te ontgaan wordt wel
onder het hemd een zoogenaamd netje gedragen. Men onderscheidt
daarvan twee soorten, eenvoudig uit draden geknoopte en als
tricot geweven netjes, waarbij dan op onderling geringe afstanden
openingen zijn gelaten.
Die geknoopte netjes hebben het nadeel, dat zij op plaatsen,,
die gedrukt worden, zeer licht de huid schaven, wat pijnlijk is-
en licht aanleiding kan geven tot ontsteking door de met het
zweet meegevoerde onreinheden. Vele van die geknoopte netjes
hebben mazen zóó groot, dat men er twee vingers te gelijk kan
doorsteken.
Het doel, de huid voor het natte hemd te beschutten, kan
met die netjes slechts dan bereikt worden, als de mazen niet
te groot zijn. Eene absoluut zekere beschutting tegen het gevoel
van koude en natheid geven zij echter nooit.
Wat vooral de doelmatigheid bepaalt, is de ventilatie der on-
derkleeding bij gebruik maken van die netjes. Het gecombi
neerde weefsel van netje en glad geweven linnen of katoenen
hemd staat, wat luchtgehalte aangaat, niet achter bij zeer lucht-
rijke weefsels, doch daarom is de combinatie nog niet doelma
tig. Het netje zelve neemt slechts onbeduidend weinig zweet
op en het hemd gedraagt zich als zonder netje ten opzichte van
wateropneming, aankleven en verhoogde warmtegeleiding. Rubner
besluit zijn hoofdstuk over netjes met de zinsnede. „Nach dem Ge-
sagten wird man berechtigte Zweifel über die Zweckmassigkeit des