246
■of katoenen stof is niet in alle opzichten een deugd. Bij verza
diging tot kleinste watercapaciteit klimt het warmtegeleidings-
vermogen tot het 3 1 2 voud van dat van het luchtdroge weef
sel. Na natregenen, waarmee gewoonlijk eene verlaging van de
luchttemperatuur gepaard gaat, wanneer juist de warmteterug-
houdende werking der kleeding op den voorgrond moet treden
om het lichaam voor te plotselinge afkoeling te beschutten, zal
dus steeds veel warmte aan het lichaam worden onttrokken.
■Ook bij hoogere temperaturen veroorzaakt dit een zeer onaan
genaam koudegevoel.
Waar die bezwaren vermeden moeten worden, zal dan ook
-de keus gevestigd moeten worden op een bovenkleeding van
wollen stof, omdat het wolweefsel 't meest lucht doorlaat en
bij natworden 't minst de kleederventilatie belemmert.
Van de Water.