14
„lichheitsrechnung von Dr. K. J. Robek" {system Kleyer,bldz. 235).
Wij mei ken ten aanzien van de toepassing enkel op, dat zij eene
benaderingsformule is, die slechts voor een groot aantal proe
ven geldt en dat zij met behulp van de integreermethode is
afgeleid.
Stellen wij a b n, dan gaat zij over in
r- >VTn(22>
Reeds vroeger hebben wij eene andere formule voor rx ge
vonden, (zie formule 20) zoodat wij beide waarden van rx aan
elkaar gelijk mogen stellen. Alsdan komt er:
Stellen wij nu p\/——x dan vindt men na eenige herleiding:
1 x2 e welke betrekking eveneens slechts bij bena
dering geldt en nauwkeuriger wordt naarmate x een kleiner
getal is.
Volgens formule (21) is r2x bij constante waarde van n even
redig met ab of a {n a), welk product een maximum is
voor a ^n. Ten onrechte zou men hieruit echter afleiden, dat
de 50 fout op den artilleristischen afstand grooter is naar
mate men een geringer verschil heeft tusschen het aantal
en schoten. Naarmate x meer van verschilt gaat eene
aangroeiing van A x met eene grootere verplaatsing van het
gemiddelde trefpunt gepaard en deze omstandigheid is van meer
invloed, dan het feit, dat de 50 °/0 fout op de waarde van x
afneemt, als men het verschil tusschen x en y laat aangroei
en. Uit de behandelde voorbeelden is trouwens reeds gebleken,
dat de 50 0 fout op den artilleristischen afstand toeneemt,
als het verschil tusschen het aantal en schoten grooter
wordt.
Eene eenvoudige bruikbare formule om de grootte dier fout
ryryi