286
welke het gevolg is: 1° van toevallige afwijkingen door de niet on
wrikbare opstelling van het kanon, welke afwijkingen dwars op
de baan werken, gelijk de verheffingshoek zijn invloed doet ge
voelen in het verticale vlak door de baan gebracht.
2° van verschil in rotatie-afwijking;
3° van eene afwijking, welke in het nauwste verband staat met
de hoogtespreiding, en het gevolg is van fouten in V0, P, R, 5, enz.
Wij weten toch, dat de normale zijdelingsche correctie, welke
we bij het richten geven, wordt berekend, door als basis aan te
nemen de formule: derivatie x eindvalhoogte of: d ^Xe;
voor een tweede schot is di X ei
1 n
dus d dx - (e—et)(14)
dat is: het gemiddeld verschil in derivatie - x het verschil
in valhoogte. n
In de formule der kogelbaan ij x tg xT xc x n
2 V cos x 3 w
stelt de term 2 1de valhoogte voor op een
afstand x van de monding.
Het verschil in valhoogte zal dus worden voorgesteld door de
formule
gx2 gnc 3x3 gx2 gm ex 3xs
2 Y0 2 cos 2 x 1 3 2Vo 2 cos 2 au
1 R2
Door weder in te voeren de waarden: C en:n bX X —h
krijgen we de formule:
gx2 gb R2 x3,'gx*_gb Rt 2 x 3 h
1 2 Vo2cos205 3P(cos^)35 2Y„12cos2as1 3 Px (cos 0i)3 5
Y0 2 gx2 Voj2 gx2 gb Ri2 s i P x 3 gb R 2 s Pi x3
Gl"e 2 V0 2 V0i 2 cos2 3 P Pt (Böi~ö)sl (15)
Het tweede lid dezer vergelijking maakte vroeger een deel
uit der hoogtespreiding, zie formule (6), welke alzoo nu wordt:
50°/o hoogte-spreiding y-yi x (tg«-tg«i) -f (ei—e.) (16)
waaruit blijkt, dat:
ere 50% hoogtespreiding Ax(17).
Dit in formule (14) ingelascht, geeft:
crX2 o-nC 3X3
ci V o COS cc o
e"ei— o -57 2 2 H
1
i cos0 P 5