BESCHOUWINGEN OVER DE „VELDDIENST- EN GEVECHTS
OEFENINGEN DOOR J. C. VAN DEN BELT.
1. VOORPOSTEND1ENST."
Zoowel in enkele dagbladen als in ons tijdschrift werd het
reeds verschenen le deeltje van het hierboven genoemd werk in
algemeenen zin gunstig beoordeeld, maar eene gedetailleerde be
spreking, waartoe alleszins aanleiding bestaat, rekening houdende
met het groote belang voor het Leger aan eene goede bijdrage
tot opleiding van onderaanvoerders verbonden, bleef tot nu toe
achterwege.
Daar ik mij nu met veel, van hetgeen in deze bijdrage neer.
gelegd is, niet kan vereenigen, heb ik gemeend mijne beschou
wingen dienaangaande onder de algemeene aandacht te moeten
brengen, overtuigd dat alleen wrijving van gedachten nut kan
stichten, waar het, zooals i.e. onder meer ook geldt, het kiezen
van den besten vorm van zulk een militair leerboek.
En te meer heb ik mij tot eene uitvoerige publieke bespreking
genoopt gevoeld, omdat velen het boek van den Heer van den
Belt als eene nimmer falende vraagbaak zullen aanmerken,
anderen (vooral het kader) zich er bij besprekingen en oefeningen
op zullen beroepen, in het kort, omdat het door niet weinigen als
een soort van standaardwerk zal worden beschouwd, wat het trou-
vens in enkele opzichten ook w el is, daar het tal van practische
wenken bevat, die slechts zelden in dergelijke leerboeken wor
den aangetroffen.
S. beschouwe dus mijne opmerkingen als uitsluitend voortvloei
ende uit een zucht tot medewerking tot hetzelfde doel, dat ook
hij beoogt, n. 1. een goede vorming van onder-aanvoerders, zoo
wel officieren als kader.
Blijkens de inhoudsopgave bevat het werk eene inleiding,
drie oefeningen en aantee keningen omtrent den voorpostendienst,
welke laatste evenwel eerst na de tweede oefening vermeld