16
aan x en dan heeft men ter bepaling van de 50 fout
weer de volgende betrekking c2 e ~P2 x y(23)
De waarde nu van c2 erP" kan terstond worden berekend. De
waarde van xy is een maximum voor x y en neemt aan
houdend af, als de afstand van het gemiddelde trefpunt van
T (9 k) tot het doel grooter wordt. Men moet nu voor
verschillende liggingen van dat trefpunt de waarden van x en y
zoomede van xy berekenen, en hiermede voortgaan, tot men
twee liggingen heeft gevonden, die weinig van elkander ver
schillen in dier voege, dat de bijbehoorende waarden van xy
respectievelijk grooter en kleiner zijn dan c2 e~P2
Om zulks door een voorbeeld toe te lichten, zullen wij aan
nemen, dat de grens gelijk aan Seo is. De waarschijnlijkste
liggingen van de gemiddelde trefpunten van (g -f- k\ k en gy
zijn dan respectievelijk die in het doel en 0,5 Seo daarvóór en
daarachter. Bij die liggingen is c en heeft men bijgevolg:
c2 e P' e P' 0,448058.
Bij eene ligging van het gemiddelde trefpunt van -j. (g -\-k) op
0,51 Seo en op 0,52 Seo achter het doel heeft men voorts:
x 0,49462, y 0,91347 en xy 0,45182
0,48924, y 0,91558 en xy 0,44794
Door interpolatie vindt men nu dat bij eene ligging van het
gemiddelde trefpunt van j- {g k) van 0,5197 SB0 achter het
doel de waarde van xy gelijk is aan 0,44806 c2 e~P2, waaruit
volgt, dat de 50 °/0 fout op den gemeten artilleristischen afstand
gelijk is aan 0,5197 S50. Hiermede is het vraagstuk opgelost.
Is de waarschijnlijke fout bekend, dan kunnen wij terstond
de kans berekenen, dat het doel tusschen de gemiddelde tref
punten van k en g gelegen is. Zekerheid daaromtrent bestaat
in geenen deele, want het zou bijv. in casu zeer goed mogelijk
zijn, dat het gemiddelde trefpunt van k achter het doel lag en
dat het projectiel, dat met die opzethoogte was verschoten eene
negatieve toevallige afwijking had gehad, grooter dan de afstand
van het gemiddelde trefpunt van k achter het doel. In zooda-