305 is het mij echter volkomen onduidelijk, waarom die post daar ook gedurende een vijandelijken aanval moet blijven. Dat de veld- wacht commandant dan nog berichten omtrent den vijand van dien post zou kunnen ontvangen, is n.l. ten eenenmale ondenk baar. Die post wordt eenvoudig in den steek gelaten, een ge vaar, dat in 't algemeen bij het te ver vooruitschuiven dei- posten maar al te dikwijls zal voorkomen. ad b. Hierbij verdient vooral opmerking, dat wel de terugtochts- weg verkend is, doch niet is nagegaan op welke wijze men eventueel tot ondersteuning van andere veldwachten zou kun nen optreden. De schets (No. 1) komt niet overeen met de kaart (No. 1) punt 36 ad a. Waarschijnlijk wordt met het in de le alinea genoemde Rawa kebo (N) bedoeld de oostelijkste kampong. Dit blijkt o.a. uit schets No. 1, waar de plaatsing van den post van veldwacht No 3 is aangegeven. Dat deze post een ruim uitzicht in N. richting zou hebben, zooals ad. b. vermeld wordt, js uit de kaart No. 1 niet af te leiden. Deze post moet n.l. geplaatst zijn in het zuidelijk deel van den oostrand van Rawa kebo, daar blijkens de laatste alinea gedurende den nacht meer Noordelijk nog een post in dien rand wordt opgesteld. Het vorenstaande resumeerende, blijkt, dat S: a. een voorstander is van posten op grooten afstand 1 K. M.) voor de veldwachten b. bijzondere waarde aan den terugtochtsweg hecht; c. gaarne veel vragen aan de veldwachtcommdten. stelt. Daar er later eene betere gelegenheid tot het bespreken van het sub a genoemde denkbeeld geboden wordt, zal ik de sub b en c reeds besproken hebbende thans hierop niet verder in gaan, maar overgaan tot de nu volgende „Beschouwingen" (punten 37 t/m 42). Allereerst valt het hierbij op, dat S. in de le alinea van punt 38 vermeldt, dat in de hierboven besproken oefening aangenomen is geworden, dat elke Compagnie zich afzonderlijk oefende! Uit punt 34 9e alinea blijkt toch wel het tegendeel. Verder geeft hij in punt 39 nog enkele voorbeelden van oe feningen in den voorpostendienst, waarbij steeds verzuimd wordt in de opdracht de grens van het bewakingsvak van elk voor

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1902 | | pagina 335