307
eene geheel andere is dan die in oorlogstijd. Neemt men daarbij
nog in aanmerking, dat het in de werkelijkheid zeer veel moeite
zal kosten dien ondersteuningstroep van a naar a'te brengen
regel zal m.i. zijn dat deze ter plaatse op een ongewenscht
tijdstip het vuur opent terwijl de compies. commdt. hem bij
eene opstelling in b veel beter in de hand heeft, dan kom ik
tot de conclusie, dat, niettegenstaande het kan voorkomen, dat
theoretisch de opstelling in a'en a beter is dan die in a en b,
bij de practische oefeningen, met het oog op den oorlog, deze
laatste steeds gekozen moet worden.
Omtrent de in punt 46 behandelde vraag zij betreffende de
6ü alinea aangeteekend, dat de in (1) liggende en in (k) knie
lende vijanden wel gedekt zijn tegen het gezicht, doch niet
tegen het vuur der in d liggende tegenpartij. Dat het in punt
47 (laatste alinea) genoemde middel om na te gaan of van
eenig punt een ander te zien is, eenvoudig is, kan ik niet
beamen. Het eenvoudigste is wel en vermoedelijk in de
werkelijkheid ook het eenige mogelijke, daar de aan de troe
pen te verstrekken kaarten de details nooit zoo zullen weerge
ven als hier voor de te maken berekening noodig is om in
a en zoo mogelijk iets boven a te gaan staan en te kijken of
men b kan zien.
In punt 48 licht S. nader zijne denkbeelden toe betreffende
het plaatsen van observatieposten, die hij op blz 30 laatste
alinea weder bij hun waren naam, gedetacheerde posten, noemt.
Hieruit blijkt, dat het eenige voordeel, dat met het uitzetten
dier observatieposten beoogd wordt, is, dat het bericht van
de waarneming des vijands een oogenblik vroeger bij de posten
keten kan zijn. Om dit voordeel te behalen zijn noodig 1
korporaal en zes man, benevens een of twee tusschenposten dan
wel één seiner en één seinontvanger (Europ. fuseliers) en een
inl. fuselier helper.
Bij het voortwaarts rukken des vijands zullen deze evenwel
al spoedig moeten terug trekken, willen zij niet afgesneden
worden. In dit geval kan de post verder als een sterke sluip-
patrouille handelen, doch van berichten seinen zal dan in den
regel geen sprake meer zijn, daar de daarvoor noodige goede ver-