310 dwenen zal zijn. Ware dit verschil in tijd grooter genomen, dan had ook de 2° compie. tot de Soenter kunnen doormarcheeren en de oefening daar kunnen beginnen. De beide partijen zouden dan 900 M. van elkaar verwijderd geweest zijn, wat nog wel erg weinig, maar toch beter is dan hier, waar deze afstand slechts 500 M. bedraagt. De aanhef van punt 5 had moeten luiden: Om 3u. 30 min. v.m. had het volgende plaats bij de 3e compagnie. Betreffende de aan die compagnie gegeven opdracht valt, even als bij de le oefening, op te merken, dat de toestand der eigen troepen minder duidelijk weergegeven wordt, (verg. het daarovei opgemerkte bij de opdracht der eerste oefening blz. 6) Bovendien acht ik de in de opdracht vermelde opstelling der marschvoorposten minder juist. Eene in Tjempaka poetih (Z) bivakkeerende compagnie zal n.l. m.i. niet alleen den grooten weg, maar ook het voetpad, dat aan de Noordzijde van Kasar loopt, door marschvoorposten moeten doen bewaken. Uit het medegedeelde in de punten 20 t/nx. 23 blijkt, dat dit niet geschied is. Eindelijk had nog in de mededeelingen vermeld moeten wor den, hoe de toestand van het terrein gedacht wordt, daar niet iedereen weet, of in Juni hier de rijst nog op het veld staat of reeds gesneden is. Over de nu volgende „Opmerkingen" kan ik kort zijn. De daarin gegeven wenken hebben veel waarde, al moet men met enkele ook voorzichtig zijn (punten 13 en 16). Vooral is dit het geval met den in laatstgenoemd punt gegeven wenk. Ik acht n.l. eenvoud, volledigheid, beknoptheid en duidelijkheid, hoofdzaken voor eene te geven opdracht; hoe minder geestelijken arbeid zij eischen om verwerkt te worden, des te beter zullen zij in den regel worden uitgevoerd en, zooals ik reeds vroeger opmerkte, staat eene goede uitvoering bij mij steeds op den voorgrond. De punten 20 t/m. 46 geven eene beschrijving van het verloop der oefening. In de 3 eerste punten daarvan wordt in een m.i. goed gekozen voorbeeld aangegeven, hoe de leider invloed kan uitoefenen op den gang der oefening. Punt 30 is eenigszins in strijd met punt 23, doch dit is van ondergeschikt belang. Is de compies comman-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1902 | | pagina 340