318 trouwen in haren aanvoerder moet stellen en het is vooral daar om, dat ik in de vorige bladzijden er meermalen op wees, dat de te geven opdrachten beknopt, doch volledig, duidelijk en juist moeten zijn. Overigens zij betreffende deze „beschouwingen" nog aangetee" kend, dat blijkens punt 66 Majoor B. aan mondelinge berichten verg. punt 63 laatste alinea zeer hooge eischen stelt, en dat volledigheidshalve het bericht van luit. B. met de eventueele aan- teekeningen daarop, niet onvermeld had mogen blijven. In de nu volgende nieuwe serie „opmerkingen" geeft S in de pun ten 67 t/m. 70 eenige wenken betreffende berichten en in 71 t/m. 77 eenige voorbeelden van te houden oefeningen. Omtrent de wenken voor berichten valt aan te teekenen, dat de vragen, die de berichtgever zich hier te stellen heeft, m. i. moeten luiden 1° Is aan de opdracht voldaan en zoo neen, waarom niet? 2e Welke berichten zijn omtrent den vijand bekend geworden? 3e Welke is de toestand der uitgezonden afdeelingen? en 4e Wat zijn de naaste plannen? (De sub 3 gestelde vraag slechts dan te beantwoorden, als daarover werkelijk iets bijzonders te melden valt). In de voorbeelden van te houden oefeningen wordt steeds aan genomen, dat beide partijen op grooteren of kleineren afstand van elkaar (in het in de punten 72 t/m. 77 beschreven voorbeeld staan de partijen op 800 M. van elkaar) stelselmatige voor posten hebben betrokken. Dit acht ik niet in overeenstemming met de werkelijkheid van den tegenwoordigen oorlog. Is de eene partij om een of andere reden tijdelijk ergens gelegerd en heeft zij haar aanvankelijk uitgestelde marschvoorposten op den eersten rustdag in stelselmatige veranderd, dan zal, behalve in den vesting oorlog, de andere partij daartegenover nooit eveneens stelselma tige voorposten betrekken, daar zij anders in de 18° eeuwsche oorlogvoering zou vervallen. De tegenwoordige oorlogvoering eischt n.l., dat de eene partij de andere opzoekt om zoo spoedig mogelijk een beslissing te verkrij gen en gedurende dien marsch zullen in den regel marschvoor posten worden uitgesteld, terwijl, wanneer eenmaal de voeling verkregen is, eene beslissing ook spoedig moet volgen; mocht het

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1902 | | pagina 343