314
daartoe noodige gevecht tegen het invallen der duisternis nog
onbeslist gebleven zijn, dan zullen gedurende den nacht gevechts
voorposten worden uitgezet. Noch van deze noch van de marsclr
voorposten wordt echter een voorbeeld gegeven, wat ik bepaald
eene leemte acht, daar zij voor de tegenwoordige oorlogvoering-
van veel grooter belang zijn dan de stelselmatige voorposten-
Het in punt 74 beschreven verloop der oefening acht ik in strijd
met het beginsel der stelselmatige voorposten en is trouwens ook
in strijd met hetgeen S. zelf zegt in punt 26, 2e alinea zijner
„Aanteekeningen" (blz. 79).
Eerst gaat n.l. de veldmacht der O.-partij vooruit om de tegen
partij te verkennen; deze moet evenwel terugtrekken en nu gaat
die der W.-partij vooruit om den vijand verder te verdrijven.
Beide handelingen zijn m.i. beslist verkeerd. Het beginsel van stel
selmatige voorposten is en moet steeds zijndat de uitgestelde
veldwachten zoo lang mogelijk op de hun aangewezen plaatsen
blijven en alleen door overmacht gedwongen terugtrekken, om
achterwaarts op nieuw eene stelling in te nemenaanvallende
bewegingen of verkenningen op groote schaal voorwaarts van de
postenketen dienen door de achterstaande gesloten afdeelingen
te geschieden. Alleen daar, waar de kans gunstig is om door een
tegenaanval (meestal alleen door vuur) den aanval op eene neven
veldwacht te helpen afslaan, is het op korten afstand voorwaarts
rukken veroorloofd, waarbij dan evenwel steeds in het oog dient
gehouden te worden, dat vervolging niet mag geschieden dan op
last van den commandant van het voorpostendetachement, waar
van de veldwacht is uitgezonden.
Afwijkingen hiervan zijn m.i. onder geen omstandigheden ver
oorloofd, daar die commandant verantwoordelijk blijft voor de
beveiliging van het hem aangewezen deel der voorposten opstel
ling en hij alleen in staat is te beoordeelen of de oogenblikkelijke
toestand die vervolging toelaat.
Zeer terecht wordt dan ook in ons V. V. aangegeven, dat de
instructiedie de veldwachtcommandant van den meerdere, die
hem uitzendt, ontvangt, o.m. moet bevatten
4e. het doel der veldwacht, of zij n.l. enkel tot waarschuwing
of waarneming dient, of wel zich moet verdedigen enz.
Yan aanvallen is hier geen sprake.