326 Ten aanzien van beide opgaven dient nog te worden opgemerkt, dat het bepaald noodzakelijk is, dat de wijze, waarop de getallen verkregen worden, overal gelijk is. Zoo zal men b.v. voor de gemiddelde aanwezige sterkte, het twaalfde deel van de som der aantallen manschappen op den eerste van iedere maand kunnen nemen, maar ook de halve som van het grootste en kleinste aantal manschappen gedurende een jaar waargenomen, enz. Yan het grootste belang is het natuurlijk, dat eenvormig en zoo zuiver mogelijk gegroepeerd wordt. Dit is trouwens een van de eerste eischen, waarvan bij het opmaken van statis tische gegevens voldaan moet worden. Yerder is het noodig, dat men de Europeanen en inlanders (wij stellen zelfs voor ook de Amboineezen) steeds geheel van elkaar afgescheiden beoordeelt. Zooals wij gezien hebben, is het aantal vrouwenziekten onder de Europeanen meer dan het dubbele van dat onder de inlanders. Deze omstandigheid maakt, dat men bij eene oppervlakkige beschouwing heel spoedig tot scheeve voorstellingen kan geraken. Neemt men alleen de Europeanen en wordt gezwegen van de inlanders, terwijl men toch spreekt van „het Leger", dan zal 'men den toestand te donker teekenen, daarentegen zal men bij het alleen in aanmerking brengen dei- inlanders te rooskleurig schilderen. Rekent men Europeanen en inlanders bij elkaar, ook dan zal men voor 't gansche leger geen zuiver beeld verkrijgen, omdat slechts bijna 1I3 deel tot het Europeesche- en het overige tot het inlandsche ras behoort, om niet te spreken van andere redenen, die maken, dat men ten deze beide rassen nimmer als één geheel zal mogen beschouwen. Het vorenstaande is zeker zeer eenvoudig. Toch moesten we er speciaal op wijzen, omdat, zooals we reeds zeiden, het door- eenhaspelen van Europeanen en inlanders oorzaak is dat ver keerde gevolgtrekkingen worden gemaakt. Dikwijls is aan de eene zijde te optimistisch, aan de andere zijde te pessimistisch geoordeeld, en zoowel de Regeering in offlcieele stukken, als particuliere vereenigingen in hunne verslagen, hebben niet zelden getoond, dat het verre van overbodig is hier nogmaals op te wijzen. Nog een andere grief hebben we tegen de wijze, waarop de tegenwoordige opgaven samengesteld zijn. Hieruit blijkt n.l. niets afzonderlijks betreffende hen, die buiten de hospitalen, dus

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1902 | | pagina 358