329 en al mag men aannemen, dat geen militair naar Indië uitgezonden wordt, alvorens te zijn genezen, dit neemt niet weg, dat bij een dergelijke treurige verhouding van het aantal zieken tot dat dei- gezonden, de predispositie en vatbaarheid voor de kwaal bij de tot aanvulling van het leger benoodigde militairen zeer groot moet zijn, en dat de noodlottige gevolgen van dezen „Nederlandschen toestand" in Indië maar al te zeer voelbaar zullen zijn. Ducimus.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1902 | | pagina 361