337
wapende deel van het volk. Koloniale legers nemen ten deze een
bijzondere plaats in. Maar het wezen der tucht is overal hetzelfde.
In het volgende wil ik eens nagaan, wat een bevoegd schrij-
als generaal Dragomirof van de discipline zegt. Waar ik ver
taal („la discipline militaire") cursiveer ik.
De discipline wil zeggen de studiehet onderrichtkortom de dres
suur op zekere gewoonten en in zekere denkbeelden. In meer uit
gebreide beteekenis alzoohet samenstel van de zeden van den mensch,
die zichhetzij vrijwillig of door de omstandigheden daartoe geko
menheeft gewijd aan een of andere specialiteit. Men zegtdat
iemand gedisciplineerd is, indien hij zijn verplichtingen kent en den
ernstigen wil heef t die verplichtingen na te komen. Zoo iemand kan
wel struikelen, hier of daar, maar vergist zich nimmer in de richting.
Dat is hoofdzaak. (Drag, laat hierop in een noot volgen„Er is nog
een categorie van liedendie gelukkig zeldzamer worden, voor wie het
voornaamste kenmerk van discipline is gelegen in den militairen groet
We zien hieruit van hoeveel belang het is den soldaat het
waarom van de dingen te leeren. Krijgstucht zij eenvoudig en
begi ijpelijkze mag geen knellend juk wezen, waarvan de druk
gevoeld wordt, maar het nut onbegrepen blijft.
Ik zerj §aat DraK voort - volstrekt nietdatexerceeren, schieten
gymnastiek enz. gemist kunnen wordenmaar dat alles neemt met
betrekking tot wat ik discipline noemde, een dikwijls belangrijkemaar
toch altijd min of meer ondergeschikte plaats in.
Het gezegde van v. Moltke, dat er met exerceeren geen dis
cipline wordt in gebracht, doch dat tucht „eingelebt" moet worden
is bekend. Maar dat neemt niet weg, dat de exercitie een deel
van het leven is, waarin het verband tusschen bevelen en ge
hoorzamen sterk in 'toog springt, de opvolging van bevelen
stipt wordt gevergd en afwijkingen onmiddellijk gecorrigeerd
kunnen worden. De vrees van sommigen, dat dit nut zal ver-
loien gaan, nu er, volgens hen, niet meer „stram" geëxerceerd
wordt, is m. i. ongegrond. De stramheid zit in stiptheid en
behoeft niet te worden verkregen door veelheid, omslachtigheid
en 't ingewikkelde van exercitie's, welke ten slotte nog over
bodig zijn, dus, ongerekend tijdverspilling, nog het nadeel heb
ben, dat de man er het nut niet van begrijpt.