LOSSE BESCHOUWINGEN OVER HET RAPPORT VAN DE
„STAATSCOMMISSIE IN ZAKE SAMENSMELTING VAN
DE OFFICIERSKORPSEN VAN HET LEGER IN
NEDERLAND EN IN DE KOLONIËN EN
BEZITTINGEN DES RIJKS IN
ANDERE WERELDDEELEN."
Een paar maanden geleden werd bovenbedoeld rapport uit
Holland ontvangen. Bij het aanschouwen van dit lijvig stuk
zal zeker menigeen een zucht slaken met de bede: „Laat dezen
drinkbeker voor mij voorbij gaan." Zij, die aldus redeneeren,
doen verkeerd; want het geheele werk bevat tal van interes
sante gegevens, zoodat de voor het lezen benoodigde tijd volstrekt
niet als verloren te beschouwen is. Een woord van hulde mag
dan ook niet worden onthouden aan de leden dier commissie
voor de wijze, waarop zij hunne taak hebben opgevat. De voor
stellen en toelichtingen toonen duidelijk aan, dat men zich met
hart en ziel er op heeft toegelegd om iets degelijks te leveren,
terwijl daarbij het gewicht van de taak geenszins te gering
werd geschat.
Toch kan ik mij niet in allen deele met de voorstellen ver
eenigen en zeer zeker zal dit geen verwondering baren, omdat
de meeningen over het behandelde onderwerp natuurlijk erg uit-
eenloopen en zelfs in den boezem van de commissie groote ver
schillen in inzicht bestonden. Het is dan ook niet om ook maar
in 't minste of geringste het gemaakte werk te verkleinen, of om
mijne denkbeelden als de juiste te willen opdringen, dat ik ze
hier neerschrijf, doch veel meer om, dit doende, in geringe mate
mede te werken tot het vinden van den juisten weg, die inge
slagen dient te worden.
Uit het rapport blijkt, dat de commissie eene samensmelting
der officierskorpsen niet raadzaam acht, doch dat stappen kunnen
worden gedaan om de aansluiting nauwer te maken. Die stap-