357 De wensch van de commissie, om de periodieke bevordering ingang te doen vinden, heeft baar bovendien een maatregel doen voorstellen, die zeer zeker niet in het financieel belang van den Indischen officier kan geacht worden te zijn. Deze maatregel betreft de wijziging in de traktementen en de commissie moest er dan ook zelve van getuigen: „De tweede luitenants, die thans binnen de vier jaren eerste luitenant worden, de eerste luitenants, „die thans binnen de acht jaren tot de oudste helft behooren, „alsmede de kapiteins, die onder de tegenwoordige bepalingen binnen de veertien jaren dien rang behalen, of binnen de zestien „jaren tot de oudste helft rekenen, zullen bij de nieuwe bepalingen „in het nadeel zijn." Hieruit blijkt, dat dus in normale omstan digheden bijna alle subalterne officieren de nadeelige gevolgen van de voorgestelde wijzigingen zullen ondevinden. De regel, die de commissie er aan toevoegt: „Aan den anderen kant zullen zij in „het voordeel zijn, die thans langer in genoemde perioden door brengen", moet dus meer beschouwd worden als een doekje voor het bloeden. Uit een en ander volgt m. i., dat het voorstel tot periodieke bevordering met de daaraan verbonden consequentiën voor de In dische officieren onvoordeelig en onbillijk te is noemen. M.i. ware het beter geweest de lust tot detacheeren zooveel mogelijk door alle denkbare middelen aan te wakkeren bij de luitenants, doch de kapiteins niet dan bij uitzondering daartoe toestemming te geven, omdat het nut in zeer vele gevallen slechts denkbeeldig zal zijn en de detacheeringen de discipline in het Indische leger zeer zal doen verslappen. De bepalingen, voorgesteld tot regeling der overplaatsingen, zullen de promotie voor den hoofdofficiersrang zeer vertragen. "Waar in het ontwerp van een algemeenen maatregel van bestuur wordt voorgeschreven, dat kapiteins alleen met ruiling kunnen worden overgeplaatst en waar bij deze de anciënniteit wordt behouden van de jongste der beide betrokken personen, zullen vele kapiteins, die in Indië niet langer kunnen dienen, omdat zij niet voldoende bestand zijn tegen het klimaat, ruilen met kapi teins van het Nederlandsche leger, die physiek krachtig genoeg zijn om nog jaren te kunnen blijven dienen. Zooals in de toelichtingen op het ontwerp wordt gezegd, worden de belangen van die niet

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1902 | | pagina 389