IETS «VER DE INDIRECTE RICI1TINC EN WAARNEMING DER VESTINGARTILLERIE IN NED. IN DIE. (Met Plaat X). Toen mij in de maand April van dit jaar werd opgedragen, eenige weken te wijden aan de studie van bovenstaande onder werpen, welke in den tegenwoordigen tijd voor iedere Vesting- Artillerie tot de hoofdfactoren van een goed geleid vuur behooren, kwam mij dit werk reeds dadelijk uiterst dankbaar voor. Tot dusverre toch werd aan de beoefening van en het onder wijs in de indirecte richting slechts weinig tijd besteed, lang niet die, welke daarvoor b.v. op de dienst tableaux der Hol- landsche korpsen wordt uitgetrokkeneerst sedert kort bestaat eene afzonderlijke opleiding voor waarnemersplaatsbepaling en seindienst werden, voor zoover mij bekend, niet beoefend of onderwezen. Een en ander moet in 't bijzonder iemand opval len, die in de gelegenheid was kennis te maken met de wijze, waai op het Nederlandsche kader in de geheimen van genoemde ondeiwerpen wordt ingewijd. Billijkheidshalve zij opgemerkt, dat onze bewapening ook niet in vergelijking kon komen met de Hollandsche en niet van dien aard was, om groote kosten voor de aanschaffing van nieuwe richtmiddelen te maken. Dank zij echter de invoering van den Houwitser en van den Mortier van 12 cM. A. werd dit anders. Iets nieuws,, iets goeds op dat gebied was dringend noodig in verband met deze vuurmonden en die, welke binnen kort worden verwacht; want het gaat niet aan bij dit geschut, waarbij men bijna als regel, indirect zal moeten richten, uitsluitend de verouderde richtmethodes te volgen. Wat toch heeft men aan zuiver schietend geschut, aan vlugge bediening, wanneer met kunst en vliegwerk zulk een stuk (om niet van eene batterij te spreken) slechts ten naastebij in de richting kan gebracht worden en de eerste schoten op verre na. Dl. I, 1902. 2g

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1902 | | pagina 403