372 doen, welke keuze gelukkig niet beperkt werd door financieele- moeilijkheden, aangezien geen bestaande verouderde inrichtingen behoefden te worden afgedankt en dus dadelijk tot de invoering van iets goeds kon worden overgegaan. Kon men iets zoodanigs vinden, dat in alle gevallen van indirecte richting voorziet en tevens de directe verbetert, zooveel te beter. Eene inrichting, die aan beide voorwaarden voldoet, meende- men gevonden te hebben in het richttoestel, zooals dit ont worpen was door den kapitein der Nederlandsche Artillerie L. A van Royen. Einde April 1901 kwamen de eerste exemplaren, aangemaakt door den A. C. W., te Batavia aan. Aangezien tij dens de practische oefeningen alhier proeven met bovenbedoelde richttóestellen zijn genomen en de waarschijnlijkheid bestaat, dat zij definitief zullen worden ingevoerd, kwam het mij niet ongewenscht voor, met het oog op het verloopen van nog gerui- men tijd vóór het verschijnen van eene toelichting op de inrich ting en het gebruik, nu reeds met een enkel woord de voor- en nadeelen aan te stippen aan dit richtvlak verbonden en een kort overzicht te geven van de wijze van gebruik en plaatsing op den vuurmond. Om te beginnen eene beschrijving in beknopten vorm van het instrument, zooals dit hier werd beproefd. (Zie Plaat X fig. 1 a en b. de kijker is hierop weggelaten). Op de cirkelvormige Mg. plaat. A is de slede B in het midden draaibaar bevestigd, aan welke zich eene alhidade Omet nonius be vindt. In iederen willekeurigen stand kan de slede door middel van de klemschroef D op de plaat A worden vastgeklemd, waarbij het" schroefje E mogelijk maakt, haar daarna nog kleine verplaatsingen te geven. Op den rand der plaat zijn verdeelingen aangebracht, ieder groot een honderdste deel van den straal, waarmede de omtrek is beschreven, zoodat de nonius aflezingen in duizendsten van dien straal veroorlooft. Bovenbedoelde slede is boogvormig en aan de bovenzijde voorzien van eene zwaluwstaartvormige insnij ding, waarin eene schuif F. beweegbaar is. Op het bovenvlak der slede bevinden zich eveneens verdeelingen, loopende, van uit het midden, van 0 100 naar weerszijden, iedere verdeeling ter grootte van een duizendste van den straal. Yoor de aflezing is op de schuif nabij deze verdeelingen, een pijltje aangebracht

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1902 | | pagina 406