383
opstelling er uit zien, als de Commandant van veldwacht No. 1
zonder bepaalde noodzaak een post op 1 K.M. vooruitschuift, die
van No. 2 de normen van ons V.Y. opvolgt, die van No, 3, zoo
dra hij den vijand bespeurt, vooruit gaat om hem te verdrijven,
terwijl die van No. 4 zijn sluippatrouilles steeds op eenigen af
stand door een bereden ordonnans doet volgen? Van eenig ver
band zal dan zeker geen sprake zijn en evenmin zal leiding door
den verantwoordelijken persoon mogelijk zijn. Ik acht dan ook de
opvolging der aangegeven normen bepaald noodzakelijk, lc om
dat alleen dan eene goede leiding mogelijk is en 2e omdat de
klachten, die aangeheven worden over die normen, dikwijls slechts
weinig gegrond zijn. Si geeft hiervan zelf een voorbeeld door
zijne klacht over de afstanden. Mij dunkt n.l. dat de bepalingen
in ons V.Y. omtrent de afstanden vrij veel ruimte laten.
Deze luiden: de Infanterie posten kunnen tot 400 M., de Ca
valerie posten tot 500 M. van de veldwacht staan, de onderlinge
afstand der eerstgenoemde kan 400, die der laatstgenoemde 800
M. bedragen; de Infie veldwachten zullen gewoonlijk niet meer
dan 650 M., de Cavie veldwachten niet meer dan 1300 M. voor
de voorpostendetachementen staan, terwijl de onderlinge af
stand der veldwachten hoogstens 650 resp. 1300 M mag bedra
gen; de voorpostendet11. staan 1 a 3 K.M, voor het gros, ter
wijl het bepalen van den afstand van het gros tot de troepen
macht aan het oordeel van den bevelhebber wordt overgelaten.
De afstand van de posten voor de veldwacht grooter te ma
ken dan 400 J) resp. 500 M., acht ik niet wenschelijk, daar
dan: le de teekens, die de posten met de veldwachten moeten
kunnen wisselen, niet meer te zien zouden zijn en 2e eene even
tueel noodige ondersteuning der posten, bijv. tegen naderende pa
trouilles, zeer bezwaarlijk zoude worden. Deels om de hier boven sub
1 genoemde reden, deels omdat men anders al spoedig niet meer
zou kunnen spreken van voldoende afsluiting van het terrein, is
een onderlinge afstand der posten van 400 M. resp 500 M. mede
als een maximum te beschouwen. Op 400 M. ziet men in licht
begroeid terrein al zoo weinig meer.
Indien weerstand geboden moet worden in de lijn der veld-
1) Zelfs de Felddienst-Ordnung geeft omtrent dezen afstand aan: in den regel niet meer
dan 400 M.