396 te nemen, behoeft het geweer voor iederen man niet uit de richting te worden gebracht. De richting wordt met den richtingscontroleur nagegaan. Beweert de man, dat het geweer gericht is en is zulks niet het geval, dan zegt de onderwijzer hem, dat de richting niet deugt, zonder hem de gemaakte fout te wijzen, en laathem nog eens richten. Kan de man zelf zijn lichtfout niet vinden, dan laat men dit ■door een ander beproeven. Is de fout gevonden, dan wordt zij met de nagebootste richt- middelen den richter getoond, die haar moet herstellen. OpmerkingDe onderwijzer zal niet dadelijk eischen, dat de man schappen geheel zuiver richten. Hij zal slechts de grove fouten opmer ken, ten einde hen niet te ontmoedigen en hunne oogen niet te veel te vermoeien.) 8e Is de onderwijzer overtuigd, dat de manschappen begrijpen, wat onder juist richten wordt verstaan, dan zal hij hun de na- deelige invloeden der richtfouten aanschouwelijk voorstellen; als: fijn en grof korrel; geklemde korrelzijwaarts overhellen van het geweer. Hiertoe bezigt hij een witte schijf, waarop een zwarte figuur, welke op T\, der ware grootte den staanden man voorstelt. 9e Nadat de grendel met uitzondering van den afsluiter uit het geweer genomen is, geeft de onderwijzer dit eene zoodanige zij- waartsche helling, dat door den loop gezien, de verlengde zielas (voor inlandsche manschappen voorgesteld door een touwtje) op de borst der figuur uitkomt. 10e De onderwijzer stelt de vizierklep zóó, dat de vizierlijn den voet der figuur snijdt. lle Hij laat de manschappen, door hen achtereenvolgens langs vizier-en aslijn te doen zien, waarnemen, dat bij de lich ting op den voet der figuur, de verlengde zielas de borst snijdt en zegt hun, dat dit snijpunt de plaats van het vermoedelijke trefpunt aangeeft. 12e De onderwijzer richt het sterk zijwaarts hellende geweer op den voet der figuur. 13» Hij laat de manschappen waarnemen, dat de verlengde zielas de schijf buiten de figuur snijdt; m. a. w. dat bij het schie ten op deze wijze, de kogel de figuur niet zal treffen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1902 | | pagina 430