399
eerst daarna wordt ook het aftrekken daarmede verbonden
104 S.Y.).
Bij het richten moet steeds worden gebruik gemaakt van dui
delijk zichtbare mikpunten, waarvan de hoogte geregeld moet wor
den naar de hoogte van den richter (b.v. bamboelatjes, voorzien van
drie mikpunten, voor staande, knielende en liggende manschappen.).
Het eischen, dat de man na het aftrekken zal zeggen, waar
hij is afgekomen, heeft ten doel, hem te dwingen, de bewe
ging der vizierkorrel voortdurend te volgen, zijn rechteroog,
ook bij het afgaan van het schot, open te houden en bovenal,
hem bustig te doen blijven.
Ook hierbij controleere de onderwijzer den man in zijne opgaven.
Aanbeveling verdient, den man er nu reeds in te oefenen,
snel te richten, opdat de tijdruimte tusschen het in den schouder
plaatsen van het geweer en het vooruitschieten der slagpin'^
niet grooter zij, dan die tusschen de commando's „aan" en „vuur'
bij het vuren op commando (voor kleine en middelbare af
standen ongeveer 5 tellen in de tijdmaat van den gewonen pas).
Tot voorbereiding van het gezamenlijk vuur beoefene men eerst,
het individueele vuur op commando.
Daarna vereenige men langzamerhand meerdere manschappen
tot eene klasse.
Om den manschappen te leeren, vlug in den horizontalen
aanslag te komen, oefene men hen daarin dagelijks vóór den
aanvang of als inleiding van den practischen dienst (gedurende
minstens 15 minuten).
Om de snelheid van het schieten bij het tirailleurvuur te
leeren beoordeelen, late men den recruut (dus alleen bij de ïe-
crutencompagnieën) in de tijdmaat van den gewonen pas, tusschen
het afgegeven schot en het weder in den aanslag brengen van
het geweer, tellenbij het langzaam tirailleervuur 20 en bij het
levendig tirailleervuur 10.
Bij het beoefenen der vuren op commando en van het snelvuur
kan het nuttig zijn, gebruik te maken van viermansschijven.
Men denke er vooral om, dat de te gebruiken vizieren, steeds over
eenkomen met den afstand tot de schijven of andere mikpunten.
C. Het schieten met patronen tot kamerschiet-
cylinder s.