406
Uit bovenstaande tabel zien wij, dat de afwijking ten gevolge
van de vaart van het eigen schip of het doel voor de verschillende
geschutsoorten zeer weinig uiteenloopt, en dat we dus, daar
toch altijd de vaart slechts benaderd is, een zeer geringe fout
zullen maken door eene gemiddelde aan te nemen. Wij krijgen
dan als resultaat de onder aan de tabel aangegeven cijfers.
Nemen wij 12°/0o als normaal-afwijking tot 3000 Meters. Wij
weten, dat dit getal ontstond door den vluchttijd te vermenig
vuldigen met het getal b, voorstellend een vaart van 6 Meter
per secunde 12 mijlsvaart, waaruit de regel: „Voor elke
mijl vaart van eigen schip of doel moet l°/00
normale zijdelingsche correctie gegeven wor
den, indien het doel± dwars is."
De fout, die we maken door 12°/00 aan te nemen, geeft dan
op 1000 M: 2 M. fout, op 3000 M. slechts 4 Meter fout, ingeval
het doel dwars is.
Is het doel niet dwars, doch maakt het een hoek grooter of
kleiner dan 90° met de kielrichting of stoomt het doel onder
een hoek van meer dan 90° met de schootsrichting, dan zal de
fout grooter worden, doch tot 30° bakshoek zal die fout zeer
gering zijn, zijnde dan slechts 13°/„; bij 45° bakshoek 30°/o der
totaal mogelijke fout.
Boven spraken we van de wenschelijkheid in een zeegevecht
op korten afstand andere correctie te geven dan eene constante
voor eigen vaart; we zullen nu aantoonen, dat deze methode
zeer veel succes zal hebben.
Als regel zouden we willen voorschrijven:
Jaagstuk en retraitestukals zoodanig gebruikt, of
„elk ander stuk, onder een hoek van minder
dan 45° met de kielrichting snelvuur afgeven
de, geene correctie voorvaart of wind toepassen,
„De breede zij stuurboord voor alle richtingen
„tusschen 45° vooruit tot 45° achteruit even-
„veel normale zijdelingsche correctie naar rechts
„als de vaart mijlen bedraagt.
„De breede zijde bakboord voor alle richtingen
„tusschen 45° vooruit tot 45° achteruit even-
„veel normale zijdelingsche correctie naar links-