426 regelmatig over de schijf verdeelde; dit doet ze evenwel niet. Het binnenste vierkant, dat 25 °/0 trefkans aangeeft, is slechts 1 /16 van het vierkant, dat 98,6 °/0 trefkans biedt. In alle berekeningen hierboven uitgevoerd, is de 100 °/0 sprei ding 4 x de 50 °lo spreiding genomen, inderdaad is 4 X de 50 °fo spreiding nog slechts 99,3 °/0, hetgeen dus zou geven voor een schijf van 16xde grootte van een van 25 trefkans 99,3 X 99,3 98,6 °/o. Veilig mogen we in de practijk deze als 100 °/0 trefkans aannemen. Nemen we nu in figuur 12 het vierkantje a b c d, waarop 25°/0 trefkans, uit de schijf weg, dan blijft er voor efgh over 98,6—25 73,6 °/0; bpgd is nu evengroot als dat stuk abcd, waarop 25 °/0 trefkans was, en daar bpgd j van de nog overgeschoten figuur bedraagt, welke zich evenver om het midden groepeert, heeft dat stuk dus =9,2°/0 trefkans. Duidelijk is het, dat men dus steeds de kern van den spreidings bundel op het trefpunt moet brengen. Wanneer men een doel heeft, dat zoo klein is, dat men het niet geheel bedekken kan met de doorsnede van de 100 °/0 tref kansbundel, dient men in ieder geval te zorgen, dat de kern van den spreidingsbundel het zooveel mogelijk bedekt, en daartoe moet de as der kern op het middenpunt van het doel gebracht worden. Dit beteekent in figuur 4, dat de gemiddelde kogelbaan door het midden der schijf moet gaan, dat is bij de verticale schijf AC. dus door T, bij de horizontale bestreken ruimte dientenge volge door P. Nu is dus AT TC en DP DE. Stel AB h. dan is BC h dus AC s/2 h. AT is dus s/* h, waaruit volgt, dat het trefpunt op 1U h, dus op een vierde der werkelijke hoogte van de schijf ligt. 1) Wanneer de invalshoek grooter dan 15° wordt, springt het projectiel niet meer op, men krijgt dan alleen de figuur ABE en zou dan dus als gemiddeld trefpunt de halve hoogte der schijf moe ten aannemen; het geval, dat de invalshoek zoo groot wordt, komt evenwel bijna nimmer voor, daar de afstand daartoe bij het tegen- 7Q CK O 1) Bij een doel, dat diepte heeft, komt het trefpunt nog" hooger, en is dus 1/4 h de minimum-hoogte, waarop wij richten moeten.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1902 | | pagina 460