444 de mij deze opmerking ten goede) zoude men moeten constateeren, dat de Europeesche compagnieën veel meer worden gebezigd te velde dan de niet-Europeesche. Immers bij gelijk gebruik van beide categorieën troepen, zoude in de verliescijfers ongeveer dezelfde verhouding moeten zijn te bespeuren, als die, welke voortkomt uit eene vergelijking der respect, sterkte. Nu ver houden zich te Atjeh de Europeesche compn. tot de niet-Euro peesche [de garnizoensinfanterie buiten beschouwing gelaten] ongeveer als 3: 17 of 1: 52/s- De door U opgegevene verliezen verhouden zich echter als 87: 191 of 1: 21/5, welke verhouding, .zooals U zult erkennen, voor de Europeanen wel eenigszins ongunstig uitvalt. Ik geloof overste, met het bovenstaande, Uwe opmerkingen naar aanleiding van mijne beschouwingen voldoende wederlegd te hebben en verblijf met de meeste hoogachting Gaarne TJw Dienstw. Dr. SCHUTSTAL VAN WOUDENBEEG.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1902 | | pagina 478