31 Bovendien hebben wij' nog door (3l6) te differentieeren: ja2+(a2— 4) z*\2(dj) De formulen (31) en (32) nemen een zeer eenvoudigen vorm aan zoo a 2 gesteld wordt, hetgeen met een grens van S»o overeenkomt. Alsdan heeft men. 1 x 1 z2(33a) x z2 (33b) !-«/ -z)2(33c) y 2z —z2(33a) en voorts dx 2z dz(34.) Hoewel deze formulen uiterst eenvoudig zijn, zoo zijn ook die, welke rechtstreeks uit (25) worden afgeleid door a 2 te stellen bijna even bruikbaar; zij hebben bovendien het voor deel, dat men geene nieuwe veranderlijke behoeft in te voeren. Men heeft namelijk: i y a -l/ï~ )2_(35a) y x 2 (35b) Beschouwen we nu een grens van 2 Ss0, dan vinden we, door in de formulen (35) x door (1 —x) te vervangen als we de kans van een schot met (g -+- k) x stellen WK-) (1 x) 2 x(36a) Wk(+) 2 x 2Ï/JV. x(36b) WgM a - l2(36c) Wgw x 2/lT(36d) Wij zullen thans de gevonden formulen benutten tot het op lossen van eenige vraagstukken. I. Vurende met de opzethoogte van de schootstafel krijgt men bij het eerste schot een treffer. Gevraagd wordt de waarschijnlijkheid dat men na eene correctie van Sso in 't meerdere te hebben aange bracht een schot zal krijgenvoor 't geval die treffer respectie velijk en is waargenomen Om de eerste opgave van dit vraagstuk op te lossen, ver onderstellen we slechts, dat het gemiddelde trefpunt der opzet hoogte, waarmede een treffer is verkregen, zoover vóór of achter dx8a*zdz (32)

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1902 | | pagina 47