VOOR DE PRACTIJK. Het houden van aanbestedingen door kwartiermeesters. Zooals bekend, is men reeds lang doende, om, in navolging van Ne derland, het dienstvak der militaire administratie te splitsen in Inten dance en Administratie en eerstgenoemd dienstvak aan te vullen uitslui tend uit die officieren kwartiermeester, welke den intendance cursus met goed gevolg hebben doorloopen. Welke maatregelen men nam om de volstrekt niet zekere, althans nog in de toekomst liggende uitvoering van dat denkbeeld te bespoedigen, hebben verschillende dagbladen verkondigd. Eene bespreking daarvan ligt buiten ons bestek. Wij wenschen evenwel te wijzen op de eigenaardige tegenstrijdigheid, dat in vele gevallen intendance-leerlingen en zelfs intendanten zuiver admi nistratieve werkzaamheden bleven waarnemen en omgekeerd. Wij noemen hier b. v. het houden van aanbestedingen, een specifiek intendancewerk, een onderwerp ook in het leerplan voor de studiën aan den intendancecursus opgenomen [A. O. 1892 No. 10]. En dat gewichtig werk wordt met enkele uitzonderingen (op de hoofd plaatsen der gewesten) nog steeds opgedragen aan gewone kwartiermeesters, dikwijls aan nog jonge luitenants, die daarvan niet die studie maakten, als voor eene goede legerverpleging vereischt wordt, wier toekomst even wel dikwijls in nauw verband staat met het behoorlijk toepassen van het aanbestedingsreglement, een waar doolhof van bepalingen, herhaaldelijk gewijzigd, waarbij veelal, vooral voor nieuwelingen in het vak, nog onbe kende zaakbetrekkelijkc aanschrijvingen en gouvernementsbesluiten moeten worden geraadpleegd. Dat velen zich daaraan de vingers branden, is waarlijk geen wonder, vooral waar aanbestedingen moeten worden gehouden door buiten de militaire administratie staande officieren in hunne functie van militairen commandant. Een en ander komt ons niet geheel billijk voor. Wil men de inten danten en aspiranten voor die betrekking eene eerste plaats in het dienst vak der militaire administratie doen innemen, dan is het niet meer dan recht, dat zij in de eerste plaats gespannen worden voor het werk, dat speciaal aan de intendance eigen is, onverschillig of zij daardoor al dan niet in aanmerking zouden komen voor het genot van z. g. staftracte- ment en indemniteit voor paardenfourage.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1902 | | pagina 487