-y*3 y - 32 het doel ligt, dat de kans van een schot x is. De kans, dat een schot met de nieuwe opzethoogte zal vallen is dan volgens (35h) y x-\- 2 ]/x. Voor het (-fvallen van laatstgenoemd schot wordt echter geenszins gevorderd, dat een schot met de laatste opzet hoogte de waarschijnlijkheid x heeft. Bij iedere willekeurige waarde van x is het verschijnsel mogelijk, en a prion heeft iedere waarde daarvan de waarschijnlijkheid cta. Daaruit volgt, dat we ter berekening van de gevraagde kans formule (3 b) slechts behoeven te integreeren tusschen de grenswaarden van namelijk 1 en 0. Nu heeft men: —x-\-2^/x)dx vdx+2 /x-dx xï x ]/x en deze vorm is tusschen 0 en 1 g 2 3 Wij hebben alzoo: Om de tweede opgave op te lossen hebben we in het oog te houden, dat de waarschijnlijkheid, dat een schot met de eerste opzethoogte de kans x zal hebben, na het verkregen resultaat van een treffer (-}-), niet meer gelijk is aan cfe, maar aan Overigens blijkt de wijze van oplossing als hiervoor. Wij, hebben alzoo: x dx Nu is: ^/2x(.— x 2/x)dx 2 ,81 1 A.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1902 | | pagina 48