462
trachten te nemen. Reeds gedurende eenigen tijd was het bekend,
dat zich in die streek uitgewekenen van Peusangan Oost, Sawang
en vooral van Gloempang Doewa schuilhielden en zich versterkt
hadden in het heuvelterrein Oost van Blang Koethang (zie kaart
van Atjeh 1500.000.)
Deze lieden, getrouw aan den Islam en overtuigd, dat zij Allah's
toorn zouden verwekken door zich te laten inschrijven in een
register van de ongeloovigen en zich van een pas te laten voor
zien, verkozen, hiertoe opgehitst door de geestelijkheid, het rond
zwalken in onbewoonde streken en het beoorlogen der Christenen
boven het rustige leven in de kampong. Een bende van der
gelijke kwaadwilligen, zooals die zich dan hier, dan daar in Atjeh's
Onderhoorigheden vertoonen, had zich in Leuboe verzameld onder
het bendehoofd Pang Habib Amat.
Den 31en werd besloten eene verkenning derwaarts te maken
met de geheele beschikbare macht, om dan, zoo mogelijk nog dien
zelfden dag, de versterking te vermeesteren.
De macht, die den 31™ oprukte, bestond uit:
a. 4 brigades marechaussée van de divisie onder luith
Burger, sterk 64 karabijnen.
b. 4 brigades marechaussée van de 3e divisie onder kap4.
Webb, sterk 75 karabijnen.
c. 1 sectie infanterie van de 3s comp1». 12e bataljon inpe onder
commando van luit4. S. D. Kramers sterk 40 geweren.
cl. een detachement van de genietroepen n.l. 3 soldaten en
14 dwangarbeiders.
e. een ambulance onder den officier van gezondheid 2e kl.
Dr. Ihlow, sterk 2 Europeesche en 2 Inlandsche ziekenverplegers
benevens 6 dwangarbeiders.
een gids n.l. Panglima Prang Sjèh van Leuboe met één
kawan (volgeling.)
Ook Teukoe Pang Sawang, oeloebalang van Sawang, vergezelde
op last met eenige volgelingen de colonne. Een sectie infanterie
(3' compie 12e baton) bleef onder luit4 P. R. D. de Kok met den
trein te Sawang achter.
Om 7 uur v.m. werd de marsch aangevangen en omll'/4u.
v. m. de heuvels nabij de vijandelijke stelling, de Tjot Igeueh,
bereikt (fig. 1).