467
de verhakkingen te brengen, zoodat enkele marechaussées ze
moesten halen. Thans ging het weer voorwaarts over en dooi
de zware paggers, niettegenstaande ettelijken hunner reeds door
randjoes gewond waren, ook de brigadecommandant verwondde
zich aan den voet, toch bleef hij zijne afdeeling voorgaan.
Het vuur van den vijand was hevig en bleef dit, niettegen
staande eenige dynamietbommen in de versterking geworpen
werden. Onzerzijds werd het vuur slechts flauw beantwoord.
De 3e en 4e brigade waren minder voorspoedig, het gelukte
haar niet de hindernissen te nemen, slechts enkele manschappen
onder den inl. sergeant Amadkastam mochten er in slagen om
terrein naar voren te winnen.
Op de O. face had intuschen de le brigade tegenover het mid
den der zijde stelling genomen, doch daar de tusschenruimte
tusschen deze afdeeling en de 4e brigade den kapitein van der
Maaten te groot voorkwam, liet hij de 12e brigade (van de re
serve) onder luit1. Burger oprukken, om tegen de Z. O. saillant
den aanval mee te maken.
Terwijl dit op de Z. en O. face voorviel, was het aan eenige
Atjehers gelukt om door middel van een stellage, die over eenige
paggars aan de W. zijde was aangebracht (dienende tot privaat)
uit de redoute te ontvluchten. Nauwelijks echter was dit door
den kapitein Webb opgemerkt, of hij snelde persoonlijk met eenige
manschappen van de 3e en 4e brigade daarheen om deze vlucht
te beletten. Het doordringen werd hem evenwel verhinderd
door het vuur van de eigen troepen op de O. face. Hij zond
daarop bericht van het gebeurde aan den commandant van het
geheel, die de laatste afdeeling van de reserve (10e brigade) een
zoodanige opstelling liet innemen, dat de W. face geenfileerd
werd (fig. II).
Toch gelukte het aan een 8 tal Atjehers om aan deze zijde
te ontkomen, één dezer werd nog neergelegd door de in het
terrein opgestelde afdeeling (N. zijde).
Intusschen was het aan de 5e brigade (Heijnen), eenige man
schappen van de 3e en 4e brigade (Amadkastam), de 12e brigade
(Burger) en de le brigade, bijna gelijktijdig gelukt om de laatste
hindernissen te nemen, reeds naderde men het glacis en de bui
tengracht, toen de vijand nabij het Z.O. bastion een vaatje kruit